Verdachten zaak Edward Mink vrijgesproken

De rechtbank van Haarlem heeft vandaag de drie verdachten van de moord op Edward Mink vrijgesproken. De rechter vindt dat er directe bewijzen ontbreken. Vogelhandelaar Edward Mink werd op 20 maart 2014 in zijn huis in Den Hoorn (ZH) door het hoofd geschoten.

Linda van den B. (de vriendin van het slachtoffer) en Hamed M. werden dezelfde avond nog aangehouden. De derde verdachte werd twee maanden later opgepakt. Hamed M. zat een jaar in voorarrest.

 

De rechtbank vindt dat er geen directe bewijzen tegen de drie verdachten zijn. De aanwijzingen die het OM tijdens de zittingen naar voren heeft gebracht dat de verdachten betrokken zijn bij de moord vindt de rechtbank niet voldoende voor een veroordeling.

Het OM erkende dat er geen directe bewijzen tegen de verdachten waren. Het vuurwapen is bijvoorbeeld nooit gevonden, ook zijn er geen getuigen die de verdachten hebben zien schieten. De officier vond wel dat er veel aanwijzingen waren dat de drie verdachten betrokken waren bij de moord op Mink. Zoals het feit dat Mink door een bekende moet zijn vermoord en dat verdachte Hamed op zoek was geweest naar een vuurwapen. Die samenhang van aanwijzingen was voor het OM voldoende om 15 jaar celstraf tegen alle verdachten te eisen. Het motief voor de moord ligt volgens het OM in de liefdesrelatie tussen Hamed en Linda. De rechtbank vond de bewijslast dus niet voldoende.

De advocaten van de drie verdachten waren verheugd met de uitspraak van de rechtbank. Ze hadden gewezen op het ontbreken van hard bewijs tegen de verdachten en vonden de aanwijzingen die door het OM werden aangedragen voor de betrokkenheid van de verdachten boterzacht. Zo erkende Hamed dat hij naar een vuurwapen had gezocht, maar verklaarde hij dat hij dit had gedaan omdat Edward Mink zich bedreigd voelde en daarom graag over een wapen wilde beschikken. Ook vond de verdediging dat het OM alternatieve scenario’s onvoldoende heeft onderzocht. Zo hadden getuigen onbekende, in het zwart geklede mannen in de Zwanenbloem in Den Hoorn zien lopen ten tijde van de moord.

De verdediging van de verdachten M. en Van den B. had ook nog aan de rechtbank gevraagd om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. Dit werd afgewezen.

Het is nog niet duidelijk of het Openbaar Ministerie in hoger beroep gaat.