AIVD meldt afluisteren niet altijd

De binnenlandse inlichtingen- en veiligheidsdienst AIVD informeert mensen in het algemeen 'naar behoren' over het feit dat ze zijn afgeluisterd, maar doet dat niet altijd. Dat meldt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De AIVD vindt het niet nodig om mensen te informeren als het afluisteren niets heeft opgeleverd. De CTIVD vindt dat onjuist. Volgens de minister zal de AIVD dit in de toekomst wel gaan doen.

De AIVD moet volgens de wet sinds 2007 mensen binnen vijf jaar op de hoogte stellen als ze zijn afgeluisterd of als de dienst hun huis is binnengedrongen. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft hierover een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Hij neemt bijna alle aanbevelingen van de commissie over. 

13 personen

Hoeveel afluister- en inkijkoperaties de AIVD doet is geheim. Sinds begin 2013 zijn volgens de commissie 13 personen geïnformeerd. Het aantal personen dat niet kan worden getraceerd, en dus niet gewaarschuwd is afgenomen tot 12 procent. De CTIVD heeft kritiek op het feit dat de AIVD informele pogingen heeft gedaan om bij telecomproviders of buitenlandse collega-diensten adresgegevens op te vragen. Ook dat zal de AIVD niet meer doen, rapporteert de CTIVD.

Niet mee eens

De AIVD meldt standaard in een ambtsbericht aan het Openbaar Ministerie dat iemand doelwit is geweest van afluisteren. De commissie vindt dat de AIVD dan ook meteen het doelwit moet informeren. Minister Plasterk is het niet met die aanbeveling eens. Hij vindt dat als het OM de betrokkene nog onderzoekt als het ambtsbericht gestuurd de AIVD dan actuele informatie zou moeten prijsgeven. Plasterk vindt dat mensen alleen op de hoogte moeten worden gesteld als ze van het bestaan van het ambtsbericht weten.