‘Beschuldiging advocaat is levensgevaarlijk’

Verschillende advocaten van verdachten in de drugs- en liquidatieonderzoeken rond de van corruptie verdachte douanier Gerrit G. beweren dat de recherche in de zaak met een criminele informant werkt. De betrokkene ontkent dat nu tegenover Crimesite met grote stelligheid.

Door @Wim van de Pol

De belangen zijn enorm. Het gaat in de onderzoeken om duizenden kilo’s cocaïne. De naam van Johan V. alias De Hakkelaar is ook al om de hoek komen kijken. Maar het gaat op de achtergrond vooral om corruptie bij overheidspersoneel op sleutelposities in Rotterdam, waarbij het de vraag is of die corruptie beperkt is gebleven tot de Douane.

Er spelen onderzoeken naar een reeks transporten van (vooral) cocaïne naar de haven van Rotterdam en naar verschillende liquidaties (Rob Zweekhorst, Rinus Moerer) die hiermee waarschijnlijk een relatie hebben.

Mustafa B. kent alle verdachten in de zaak maar is zelf geen verdachte.

Verboden

Jan Boone, de advocaat van Schiedammer Henk E. die één van de hoofdverdachten is, zegt dat Mustafa B. welhaast een criminele burgerinfiltrant van justitie moet zijn. Inzetten van een criminele burgerinfiltrant is een verboden opsporingsmethode. Louis de Leon is advocaat van Utrechter Andries van der H.. Ook De Leon wil B. nader aan de tand voelen en laten horen als getuige.

Dat gaat na de zomer waarschijnlijk ook wel gebeuren. De rechtbank heeft al besloten dat B. moet getuigen in de zaak van Rotterdammer René F.. Deze zaak loopt voor de rechtbank (nog) separaat van de zaken van Henk E. en zijn zoon Marco, Van der H. en ook van die van douanier Gerrit G., hoewel het steeds dezelfde coke-transporten betreft.

Ondertekend

Mustafa B. wijst de beschuldiging dat hij criminele infiltrant zou zijn als belachelijk van de hand. Hij erkent de meeste betrokkenen al jaren te kennen. Hij noemt de beschuldigingen van Boone levensgevaarlijk. Feit is dat hij een verklaring heeft afgelegd over de verdachten René F. en Dennis van den B.. Mustafa B.:

De politie kwam met een verklaring van Dennis van den B. naar mij toe en met een artikel in De Telegraaf over René F. en ook over mij en dat helemaal niet klopte. Over die beweringen heb ik op 22 januari een gewone getuigenverklaring afgelegd, en die heb ik ook ondertekend.

Twee rechercheurs hebben daarnaast een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt over gesprekken met B. op politiebureaus, twee in november 2015 en één in december 2015. Hij zou tegen hen beweringen hebben gedaan over drugstransporten. Mustafa B.:

Wat in dat proces-verbaal staat hebben ze uit hun duim gezogen. Dat heb ik niet gezegd. Ik ben geen informant in de zaak en dat weet justitie ook. Ik wil graag voor de rechtbank onder ede als getuige komen verklaren. Ik zal dan een boekje open doen over hoe het echt is gegaan met het onderzoek.

Ruzie

Advocaat Boone heeft er voor de rechtbank op gewezen dat Mustafa B. in 1998 en 1999 werd gerund als criminele informant van het toenmalige IRT-Noord- en Oost-Nederland. De Rijksrecherche schreef een rapport over deze zaak nadat er grote ruzie ontstond met het Openbaar Ministerie in Amsterdam over het onderzoek waar B. in werkte.

B. werd uiteindelijk vervolgd voor een heroïnetransactie met de later (in 2007) vermoorde Amsterdammer Nedim Imaç. Crimesite stelde eerder vast op basis van bronnen dat Imaç destijds als criminele infiltrant van de Amsterdamse recherche ongemoeid werd gelaten (lees hierover in het artikel: Aalbersberg, Olierook en Imaç).

Morgen

Van alle belangrijke verdachten in de zaak rond de douaniers zitten René F., Henk E. en douanier Gertie V. vast. De andere douane-man, Gerrit G. is voorlopig op vrije voeten gesteld, net als Dennis van den B.. De inhoudelijke behandeling van de zaak wordt niet voor het najaar van 2016 verwacht. Morgen is er een eerste pro forma-zitting in de zaak van Gertie V..

Zie ook:

‘OM wilde kroongetuigedeal in douane-zaak’

Schaduw van de Hakkelaar in het douane-dossier