Coke-invoer: geen straf door psychische overmacht

De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag een man ontslagen van rechtsvervolging voor de invoer van 30 kilo cocaïne, in juni 2014. De rechtbank vindt dat er sprake was van psychische overmacht. De zending zat verstopt in een lading tegels van koraalsteen uit de Dominicaanse Republiek.

Vrije wil

De verdachte werkte als magazijnmanager voor een logistiek bedrijf in Bergschenhoek. De cocaïne ging in een container die werd geadresseerd aan een bedrijf dat hij had opgericht, en werd afgeleverd in het bedrijf in Bergschenhoek. Volgens het Openbaar Ministerie had hij in februari een mobiele telefoon geaccepteerd van medeverdachten die de drugs in de container zouden doen. Vervolgens liet hij zijn buurman een bedrijf opzetten om de zending te kunnen ontvangen. Het Openbaar Ministerie stelde dat hij dit alles uit vrije wil deed.

Politie

Begin juli is de verdachte samen met de buurman naar de politie gegaan met het verhaal dat er waarschijnlijk drugs in de container zou zitten. Hij vertelde ook dat hij door een groep Hindoestaanse mannen zou zijn bedreigd. Zijn advocaat Michel van Stratum: ‘Niet alleen cliënt maar ook zijn vrouw en zijn kind zijn in scheldpartijen met de dood bedreigd. Hij kreeg voor de deur van zijn woning een pistool op zijn hoofd gezet.’

Wantrouwen

De politie rolde enige tijd later de hele zaak op en nam de cocaïne in beslag. De bedreigingen worden deels bevestigd door twee medeverdachten en ondersteund door resultaat van observatie van de politie. Volgens Van Stratum durfde zijn cliënt uit angst eerst vier maanden lang niet naar de politie te gaan. Van Stratum: ‘Hij had een groot wantrouwen naar de politie vanwege herhaaldelijke bekeuringen en staande houdingen en corruptieschandalen. Hij wist niet wie hij echt kon vertrouwen. Bovendien is door deskundigen vastgesteld dat hij tekenen van post-traumatische stress vertoonde.’

Desalniettemin wilde het Openbaar Ministerie dat de man twee jaar de cel in ging, omdat hij direct naar de politie had moeten gaan. De dadergroep heeft ook een zakenman met een pistool laten bedreigen. Deze heeft wel direct bij de politie aangifte gedaan.

Geen weerstand

De rechtbank concludeerde dat het aannemelijk is geworden dat de medeverdachten de verdachte langere tijd op al van momenten ernstig hebben bedreigd en hem dwongen mee te doen. De rechtbank vindt: ‘dat de verdachte hieraan redelijkerwijs geen weerstand kon bieden en ook niet hoefde te bieden’. Door psychische overmacht is hij niet strafbaar.

In cocaïnezaken wordt dikwijls vastgesteld dat verdachten op kwetsbare posities onder druk worden gezet en bedreigd door drugshandelaren. Het gebeurt vrijwel nooit dat verdachten op deze manier vrijuit gaan bij strafrechters.