De kleine Jocic uit Amsterdam

Kleine Jocic uit Amsterdam, of “Joca Amsterdam” (spreek uit Jotsa) zoals Sreten Jocic in zijn thuisland Servië wordt genoemd, zit in de gevangenis in Belgrado, verdacht van, en ook al veroordeeld voor, moorden. De Nederlandse schrijver Devid Ilievski zocht hem daar op. Hij portretteerde Jocic (50) in een – niet geautoriseerde – biografie, met veel anekdotes over de wilde jaren van de „Joego-maffia” in Amsterdam.

De kleine Sreten Jocić was in zijn jeugd een deugniet, maar niet erger dan zijn toenmalige boezemvriend, die Ilievski – zelf van Servische komaf – te spreken kreeg. Jocic volgde een horeca-opleiding en opende zelfs een café. Maar voordien was hij al zakenman, verhaalt die jeugdvriend. Met zijn tweeën liepen ze stage in een hotel in de de grote stad Belgrado, maar daar kwamen ze nooit opdagen, op de opleiding evenmin. Sreten begon een handeltje in Italiaanse designkleding en spijkerbroeken. Van de studiefinanciering kon hij niet rondkomen, vond hij, en bovendien wilde hij Europa in.

Inmiddels spreekt hij zeven talen maar hij is wel terug, in een cel, in Belgrado. Veroordeeld voor een dubbele moord en verdacht van een andere dubbele moord.

Nieuwe gewelddadigheid

Jocis’s vrouw Vera zei aan Ilievski dat er altijd eenzijdig wordt bericht over Jocic: ‘In Nederland is over Sreten een mythe ontstaan. Door de jaren heen hebben media zoveel onzin over hem geschreven dat mensen dat daadwerkelijk allemaal zijn gaan geloven. Hij is nu verworden tot een monster.’

De eerste arrestatie vond plaats toen de politie de jonge Sreten bepakt en bezakt met designerkleding te voet bij de Italiaanse grens tegenkwam. Hij kreeg drie maanden cel. In het voorjaar van 1984 verliet hij zijn vaderland om in het buitenland zijn geluk te beproeven.

Hij leert Ljubinko ‘Duja’ Becirović kennen die zich in Nederland met van alles en nog wat bezighoudt. Jocic is slim genoeg voor een positie als een soort assistent bedrijfsleider, die oog heeft op alle lopende zaken. De groep van Duja was net als andere Joegoslavische criminelen in Nederland indertijd van een nieuwe orde. Ze moest, net de als de vaderlandse penoze, even wennen aan de nieuwe en bijzonder doortastende gewelddadigheid.

‘Politie, politie’

Jocic doet wat overvallen, althans volgens het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld op een juwelier in Amsterdam in 1986. Hij wordt vrijgesproken. Van een overval in Friesland wordt Jocic ernstig verdacht en ook aangehouden met onder meer Ljubinko Becirović. Een rechercheur: ‘Zelfs de tolk werd er helemaal gek van dat ze niets – maar dan ook niets – zeiden.’ Begin 1989 wordt de zaak geseponeerd.

Op 3 oktober 1991 wordt in Diemen het stoffelijk overschot werd gevonden van de Joegoslaaf L. Pranić. Jocic is verdacht en moet worden aangehouden. Het arrestieteam probeert de deur van zijn woning in Oud-Zuid open te rammen, al roepend: ‘Politie, politie!’. De woning was met dikke deuren, driedubbel glas en zware sloten beveiligd en verdachte Jocic besloot vanuit de slaapkamer met een Smith & Wesson van 357 Magnum op de agenten te vuren.

Een kogel ketste af op een sleutelbos in de broekzak van een agent. Vervolgens miste Jocic nog een keer. Hij heeft altijd volgehouden dat hij niet wist dat er politie in zijn huis stond en dat hij rekening hield met een moordaanslag. Het wordt toch een van zijn weinige veroordelingen in Nederland: drie jaar voor poging tot doodslag. De moord op Pranic blijft onopgelost.

‘Ik maak jou dood’

Jocić kreeg ook straf voor het bedreigen tijdens een arrestatie van een latere chef binnen de Nationale Politie. Deze toenmalige straatagent tackelde Joca ergens op de Wallen en takelde hem daarbij een beetje toe. ‘Ik maak jou dood. Dat zweer ik. Ik maak jou dood, zwart op wit. Ik zweer het’, zou Joca, die geruime tijd buiten zichzelf van woede was, hebben geroepen.

Duja Becirovic kreeg het aan de stok met de groep rond Klaas Bruinsma, die hem liet vermoorden. Klepper en Mieremet en vele anderen stonden vervolgens doodsangsten uit voor de wraak van Jocic. Ze lieten zich zelfs oppakken met een partij wapens.

Jocic woonde enige tijd in de villa van oud-president Slobodan Milosevic. Hoe groot Sreten Jocic in het Europese criminele milieu uiteindelijk is geworden maakt het boek niet duidelijk; die “Kleine” laat zich niet eenvoudig in de kaarten kijken.

Het is ook niet gemakkelijk gebleken Jocic achter de tralies te houden. Hij mag dan nu veroordeeld zijn en verdacht van een dubbele moord, zijn biograaf Ilievski achte het goed mogelijk dat Jocic dit jaar of volgend jaar weer op vrije voeten komt.

Op 23 mei komt het boek uit.