De man die A., de B., C., en M. chauffeerde

Jelle Winkels schreef een boek over zijn werk als transportgeleider bij het ministerie van Justitie. Deze week verschijnt De Boevenwagen, over zijn belevenissen met alle criminelen die hij van de rechtbank naar de PI en vice versa – maar ook naar begraafplaatsen en vliegvelden – vervoerde.

Toekomstdromen

Winkels reed 15 jaar lang op de ‘boevenwagen’ bij de Dienst Vervoer & Ondersteuning (busjes met zeven lichtere gedetineerden), en vaak bij het gespecialiseerde Extra Beveiligd Vervoer (één ‘zwaardere’ gedetineerde). In het Algemeen Dagblad vertelde hij over zijn passagierslijst met nogal wat bekende namen: Samir A., Lucia de B., Julien C., Benno L., Robert M., Jesse R., Dino S. en bijna Willem H.. Holleeder zag er die dag op het laatst van af naar de rechtbank te komen. Jelle Winkels (50) zag ze nooit als mensen met een balkje voor hun ogen. Wel als mensen met kinderen, partners, passies en nooit vervulde toekomstdromen. De bijzondere verhalen noteerde hij in zijn agenda.

Slechts

Mensen die achter de tralies zitten hebben meestal iets slechts gedaan, erkent Winkels, maar hij gelooft niet in de slechtheid van de mens: ‘Ik leerde ook de mens achter de boef kennen. Ik begrijp waarom mensen in een bepaalde situatie terechtkomen. Ik sprak juist niet over hun zaak, maar voerde heel andere gesprekken. Over thuis, familie, vrienden en voetbal. Dino ging vaak naar wedstrijden.’

Singer-songwriter

De in het Passage-proces door de rechtbank tot levenslang veroordeelde Siegfried S. wilde graag singer-songwriter worden, zo heeft hij Winkels verteld. ‘Hij speelde gitaar in zijn cel en had wel 200 liedjes gecomponeerd over de liefde en het leven. Maar hij kon ze niet opnemen, omdat hij geen apparatuur mocht hebben.’

Zieke boef

Niet alle boeven maakten mooie gevoelens in hem wakker. Er waren er ook die hem negeerden of volstrekt in de war waren en hun ontlasting lieten lopen. Kinderverkrachter Robert M. noemt Winkels ‘de ziekste boef ooit. Ik heb er zelfs over gedacht om de wagen het IJ in te rijden, zodat hij zou verdrinken.’