Dna-opsporing vaker succesvol

In 2015 waren er 5643 dna-matches, ruim 400 meer dan een jaar eerder. Volgens het jaarverslag van de Nederlandse dna-databank voor strafzaken lukt het steeds vaker om dna-sporen aan verdachten te koppelen.

20.112 personen

In 2014 waren er nog 5.201 matches. De groei is te verklaren door de stijging van het aantal opgenomen personen in de databank. In 2015 werden 23.341 personen in de databank opgenomen tegenover 20.112 personen in 2014. Het percentage sporen dat een match met een persoon gaf, steeg in 2015 van 54% naar 55%. Vorig jaar waren er 1.761 internationale dan-matches. EU-landen werken samen in dan-onderzoek.

Nieuwe techniek

Er is een nieuwe dna-techniek (Massive Parallel Sequencing, MPS) in gebruik die sterkere bewijswaarde oplevert. Voor het bepalen van een dna-profiel kijken forensisch deskundigen in een standaard dna-onderzoek op dit moment naar vijftien plaatsen op het dna. De lengtes van die locaties samen vormen samen iemands dna-profiel. Bij MPS wordt niet alleen naar de lengtes van dna-fragmenten, maar ook naar hun opbouw gekeken. Dna-fragmenten van dezelfde lengte kunnen verschillend van opbouw zijn en zo kunnen dna-profielen beter worden onderscheiden.

Duur

In mengprofielen zijn de dna-kenmerken van twee of meer personen terug te vinden. Met de MPS-techniek zijn ook mengprofielen beter uit elkaar te houden. MPS was nog wel erg duur, zodat de techniek niet standaard wordt ingezet, maar wordt goedkoper. De verwachting is dat MPS de huidige technologie voor het bepalen van dna-profielen over vijf tot tien jaar vervangt.