AIVD meldde afluisteren politicus niet

Twee keer heeft de binnenlandse veiligheidsdienst AIVD onderzoek gedaan naar een politicus, waarbij ook telefoontaps zijn ingezet. Zij hadden daar achteraf van op de hoogte moeten worden gesteld, maar dit is niet gebeurd. Dat staat in een rapport (zie pdf) van de toezichthouder voor de inlichtingendiensten CTIVD. Namen zijn in het rapport niet genoemd.

Informeren

De AIVD moet volgens de wet mensen achteraf informeren als de dienst met een speciale bevoegdheid hun telefoon heeft afgetapt of hun huis is binnengedrongen. De dienst moet zelfs vijf jaar na beëindiging moet onderzoeken of de betreffende persoon hiervan op de hoogte is.

Ten onrechte

De AIVD heeft volgens het rapport in het geval van de politici ten onrechte een uitzonderingsgrond gebruikt, bijvoorbeeld als bekendmaking buitenlandse relaties schaadt of als de werkwijze van de dienst zou worden onthuld. Een persoon 'die is gelieerd aan de Nederlandse afdeling van een buitenlandse politieke partij' is onderworpen aan een onderzoek, zonder dat diegene daar ooit iets over hoorde omdat dat 'de betrekkingen met het desbetreffende land ernstig schaden'.

Politieke partij

Een 'voormalig lid van een vertegenwoordigend orgaan van een politieke partij' is gevolgd. De AIVD bracht deze persoon niet op de hoogte, omdat de dienst er dan openlijk voor uit had moeten komen dat ze politieke partijen actief in beeld brengt.

'Naar behoren'

Deze week werd al bekend dat de dienst niet altijd onderzoek waarbij de privacy in het geding was achteraf meldde. De CTIVD had daar kritiek op. De minister van Binnenlandse Zaken beloofde beterschap. De CTIVD vindt dat de AIVD mensen in het algemeen 'naar behoren' op de hoogte stelt van de inzet van bijzondere methoden.