Rechters Demmink-zaken ter discussie

In twee rechtszaken over oud-secretaris-generaal van het ministerie van Justitie Joris Demmink speelt discussie over de toewijzing van rechters en hun mogelijke partijdigheid. De civiele zaak van Demmink tegen het Algemeen Dagblad wordt geleid door een rechter die voorheen bij het kantoor van de landsadvocaat werkte. En in een artikel 12-procedure tegen Demmink heeft het gehele gerechtshof in Den Haag zich verschoond.

Door @Wim van de Pol

In februari spande de advocaat van Demmink een bodemprocedure aan tegen het Algemeen Dagblad om een publicatie van vorig jaar oktober. Demmink zou in de jaren tachtig minderjarige jongensprostituees hebben bezocht. De rechter die voor de rechtbank Rotterdam deze zaak gaat begeleiden is T. Veling. 

Vergoeding

Veling was tot circa 2005 werkzaam bij het Haagse kantoor van de landsadvocaat, Pels Rijcken Droogleever Fortuijn. Hij werkte ook voor het Ministerie van Justitie. Het kantoor van de landsadvocaat trad op voor Demmink en momenteel voor het Ministerie van Justitie in een Wob-zaak over openbaar maken van documenten over de vergoeding van de juridische kosten door de staat van Demmink.

Roestige Spijker

Veling was tot 2009 wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volgens een advocaat van Stichting De Roestige Spijker moet Veling in die hoedanigheid nauw contact met het Ministerie van Justitie hebben gehad. Deze stichting ijvert voor een rechterlijk onderzoek naar aantijgingen tegen Demmink over kindermisbruik en probeert zich te voegen in de rechtszaak tussen Demmink en het Algemeen Dagblad.

Onverkwikkelijk

In een brief aan de Rotterdamse rechtbank schrijft de advocaat van de stichting: 'Reeds uitsluitend op grond van deze nadrukkelijk gouvernementele achtergrond, zou bij partijen c.q. derden de schijn kunnen worden gewekt dat mr. Veling als behandelend rechter niet volledig onafhankelijk c.q. onpartijdig zal zijn. Louter die schijn is in een beladen zaak als deze zeer onverkwikkelijk.' De advocaat wil weten hoe de toewijzingen van de zaak aan Veling is geschied en of er over de schijn van partijdigheid discussie is geweest.

Gerechtshof

Een artikel 12-procedure waarin twee mannen die zouden zijn misbruikt door Demmink strafrechtelijke vervolging van Demmink eisen zou dienen voor het gerechtshof in Den Haag, maar in die zaak heeft het gehele gerechtshof zich verschoond. Het gerechtshof liet aan de advocaat van de klagers weten dat onpartijdigheid van het hof in Den Haag niet gegarandeerd zou zijn. Als redenen om zich te verschonen van zaken waarbij Demmink betrokken was gaf het hof onder meer als reden dat alle raadsheren Demmink persoonlijk kennen. Het hof schreef:

'gelet op de omstandigheid dat de voorzitter van de beklagkamer in het gerechtshof Den Haag in het — nabije — verleden een klacht van eenzelfde aard en strekking tegen voormelde beklaagde Demmink heeft behandeld (welke klacht niet-ontvankelijk is verklaard),

– gelet op de omstandigheid voorts dat alle overige vaste leden in de huidige samenstelling van de beklagkamer van
het gerechtshof Den Haag al dan niet beroepshalve beklaagde Demmink (persoonlijk) kennen,

– gelet op het belang van de te betrachten zorgvuldigheid gericht op het vermijden van zelfs maar de schijn van vooringenomenheid in een bepaalde aangelegenheid die is onderworpen aan het oordeel van het hof, — zou, gelet op het voorgaande, kunnen worden geoordeeld dat sprake is van ‘betrokkenheid’ van dit hof. Het hof acht het om die reden wenselijk en raadzaam voormelde klacht niet te behandelen binnen de gelederen van het gerechtshof Den Haag doch de zaak – gelet op het bepaalde in artikel 62 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie – te verwijzen naar het gerechtshof Den Bosch met het verzoek de behandeling hiervan over te nemen.'