Onjuistheid in antwoord Kamervragen Demmink

Het antwoord op Kamervragen dat minister Ivo Opstelten van Justitie heeft geformuleerd over het onderzoek naar voormalig topambtenaar Joris Demmink bevat een onjuistheid. In de antwoorden op vragen van P. Omtzigt en P. Oskam (CDA) handelt het om een Turks document waarin staat dat Demmink verdachte was in een (verjaarde) zaak van kindermisbruik en in de jaren negentig in Turkije was, hetgeen de Nederlandse regering op gezag van Demmink heeft ontkend. De onjuistheid zit hem in de volgende passage van de minister:

Door @Wim van de Pol

'(…) Aangezien het document volgens de Turkse autoriteiten deel uitmaakt van een rechterlijke procedure aldaar, konden zij echter geen nadere toelichting geven op de inhoud en de betekenis van het document. (…)' 

Gesloten

Als de Turkse autoriteiten inderdaad aan de Nederlandse autoriteiten hebben doorgegeven dat het document deel uitmaakt van een rechterlijke procedure, betrof dat onjuiste informatie. Het document behelst namelijk een sepotbeslissing waartegen de advocaat van de aangever geen beroep heeft aangetekend. De Turkse advocaat Erin Keskin heeft aan Crimesite laten weten dat het dossier gesloten is. Wel is het zo dat zij in Turkije voor een andere cliënt een procedure heeft opgestart om het onderliggende dossier in te mogen zien en om alsnog vervolging tegen Demmink en medeverdachten af te dwingen. Maar die procedure staat los van het document in kwestie.

Onderzoek

Verder kan Nederland in het kader van het door Turkije en Nederland ondertekende rechtshulpverdrag gewoon rechtstreeks het onderliggende dossier over Demmink in Turkije opvragen. De Nederlandse advocaat van de Turkse aangever heeft verder betoogd dat het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Verdrag ter bestrijding van kindermisbruik, verplichten 'voortvarend' onderzoek te doen in geval van een verdenking van kindermisbruik. Volgens haar had Nederland direct na de aangifte – in 2008 – ook in Turkije onderzoek moeten gaan doen.

Vertraging

De beslissing om de aangifte de seponeren kwam begin 2012, ruim 2,5 jaar na de aangifte. In die tijd is er alleen een feitenonderzoek gedaan door de Rijksrecherche. Er is geen initiatief genomen naar Turkije te gaan. Deze niet erg voortvarende houding in het onderzoek naar de aangifte en ook de stelling van Justitie dat het Turkse dossier over Demmink niet kan worden opgevraagd kunnen alleen maar duiden op een tactiek van vertraging.  

Demmink's agenda

Joris Demmink is in 2011 over de aangifte tegen hem en de reisbewegingen naar Turkije gehoord door de Rijksrecherche. Hij heeft daar verklaard dat hij zijn agenda's uit de bewuste periode in de jaren negentig niet meer kon vinden. Tijdens een zitting voor de rechtbank in Utrecht in oktober verklaarde Demmink's advocaat echter dat hij met de agenda's van Demmink zou kunnen bewijzen dat Demmink niet in Turkije was. Dat zou betekenen dat Demmink in 2011 tegenover de Rijksrecherche in strijd met de waarheid verklaarde, ofwel dat zijn agenda's inmiddels zijn gevonden. Desgevraagd wilde advocaat Harro Knijff na afloop van die zitting tegenover Crimesite verder niets meer zeggen over de agenda's.