‘Getuige moord fietsenmaker achtergehouden’

In het onderzoek naar de gewelddadige dood van fietsenmaker Temel Kobya (foto) heeft het  Openbaar Ministerie bewust een voor de verdachte Irfan E. zeer ontlastende verklaring buiten het dossier gehouden, aldus diens advocaat.

Door @Wim van de Pol

Advocaat Yehudi Moszkowicz zegt dit pas afgelopen maandag te hebben geconstateerd tijdens een verhoor van de cruciale bedreigde getuige John R.. Het gaat om een verklaring van de vriendin en levenspartner van deze getuige die twijfelt aan het waarheidsgehalte van diens verhaal.

R. heeft gezegd dat E. de moord tegenover hem heeft bekend.

Cocaïnegebruiker

De fietsenmaker werd op 15 maart van dit jaar doodgestoken in zijn winkel aan de Jan Tooropstraat in Amsterdam. Temel Kobya was in de buurt een bekende persoon die veel mensen na aan het hart lag waardoor de roofmoord veel onthutsing teweeg bracht.

De getuige John R. is net als de verdachte een zware crack-(cocaïne)gebruiker die even verderop bij E. in de straat woonde. Hij kwam met zijn verhaal bij de politie nadat in een uitzending van Opsporing Verzocht bekend was gemaakt dat er een beloning van 10.000 euro was uitgeloofd voor het oplossen van de zaak. Dat was ruim twee maanden na de moord.

Bloed

Zijn verhaal was dat verdachte Irfan E. direct na de roofmoord bij hem thuis geweest en onder het bloed aan was gekomen, enige kilometers bij de plaats delict vandaan. Op de zitting voor de rechtbank van Amsterdam zei advocaat Moszkowicz dat er geen bloed op de jas van zijn client is gevonden en ook niet in de stoel waarin hij zou hebben gezeten.

Bedreigde getuige

John R. is pas met zijn verhaal gekomen nadat hij op 5 mei, een week na de uitzending van Opsporing Verzocht voor een drugszaak bij de politie zat. Volgens Moszkowicz blijkt nu dat voordat John R. zijn verklaring wilde afleggen hem is beloofd dat hij een andere woning kreeg. Die heeft hij ook gekregen en ook is hem minimaal een maand lang zijn levensonderhoud betaald, in contanten, zonder kwitanties zodat het niet verifieerbaar is.

Het Openbaar Ministerie heeft aan de rechtbank gesteld dat John R. een bedreigde getuige is omdat de verdachte hem heeft bedreigd en wist waar hij woonde. Moszkowicz: ‘Het is helemaal niet aan het OM om iemand tot bedreigde getuige te bombarderen. Dat moet eerst de rechter-commissaris kunnen toetsen.’

‘Twijfels’

Moszkowicz legde de rechtbank de vraag voor hoe betrouwbaar deze getuige eigenlijk is. Moszkowicz:

Waarom is zijn verklaring pas gekomen nadat een beloning van 10.000 in de uitzending van Opsporing Verzocht op 26 april was uitgeloofd, terwijl hij zogenaamd op de dag van het incident zelf al van alles op de hoogte was?

De levenspartner van John R. legde ook een verklaring af. Ze zegt ’twijfels’ te hebben over het verhaal R.:

Voor hem is geld heel belangrijk vanwege zijn verslaving. Ik weet uit ervaring dat John kan liegen. Maar de leugens waar ik hem op betrapte waren altijd drugsgerelateerd. (…) Ik ben dus in vertwijfeling of zijn verhaal waar is maar dat is aan u om uit te zoeken.

De officier van justitie heeft deze ontlastende verklaring niet aan het strafdossier toegevoegd. Pas afgelopen maandag zei John R. tijdens het verhoor dat hij er ook over had gesproken met zijn vriendin, na de uitzending van Opsporing Verzocht. Toen kwam het bestaan van haar verklaring pas boven water.

Fout geverbaliseerd

Moszkowicz zegt ook dat de politie de feiten rond de verklaring van John R. expres fout heeft geverbaliseerd. In het proces-verbaal staat R. zichzelf meldde. Afgelopen maandag is pas gebleken dat hij in een drugszaak werd aangehouden en toen tijdens zijn verhoor informatie over de fietsenmakerzaak op tafel heeft gelegd, daarbij ‘had hij kennelijk een wensenpakket’, aldus Moszkowicz.

De verklaring van John R. is het doorslaggevende bewijs tegen Irfan E. Er wel dna van E. op het slachtoffer aangetroffen. Volgens Moszkowicz is dat verklaarbaar omdat vast staat dat zijn client inderdaad anderhalve week ervoor een fiets heeft gekocht en de fietsenmaker ook een hand heeft gegeven.

Pieter Baan

De rechtbank gaf donderdagmiddag opdracht aan de officier van justitie om meer inzicht te geven in de precieze gang van zaken. Het OM moet rapporteren hoe het eerste contact met John F. is verlopen en wat daar is besproken. Ook wil de rechtbank weten hoe het komt dat de verklaring van de vriendin van john F. niet in het dossier is terechtgekomen. Bovendien wil de rechtbank weten waarom de regels over het toekennen van de status van bedreigde getuige niet zijn gevolgd in het geval van John R..

De voorlopige hechtenis van verdachte Irfan E. is verlengd. Hij zal worden onderzocht in het Pieter Baan-centrum.