Willem Holleeder heeft als getuige in het moordproces Passage geen enkele vraag beantwoord. Alleen op de vraag van de voorzitter van het gerechtshof of hij Holleeder heette antwoordde Holleeder bevestigend.
Door @Wim van de Pol
Hij zei ook nog:
Ik verklaar alleen in mijn eigen zaak
Het Openbaar Ministerie had Holleeder als getuige gevraagd. In het hoger beroep van het Passage-proces tegen de hoofdverdachten Dino Soerel en Jesse Remmers worden deels dezelfde moorden behandeld als tegen Holleeder in zijn zaak voor de rechtbank. Onder meer de moorden op Thomas van der Bijl (2006) en Kees Houtman (2005). Het Openbaar Ministerie ziet Willem Holleeder als opdrachtgever voor die moorden, samen met Dino Soerel.
Geheim
Holleeder heeft in zijn eigen zaak verklaringen afgelegd die nog geheim zijn. De advocaat van Soerel, Nico Meijering, vroeg uitstel van het verhoor van Holleeder omdat het Openbaar Ministerie kennis heeft genomen van die verklaringen, en hij en Soerel niet. Maar het gerechtshof besloot dat er al genoeg informatie beschikbaar was om Holleeder toch te horen.
Bijnamen
Holleeder hoeft als getuige niet te verklaren over zaken waarmee hij zichzelf zou kunnen belasten in zijn eigen zaak. Zijn verhoor leidde dan ook tot niets omdat Holleeder letterlijk op geen enkele vraag wilde antwoorden. Zelfs niet op de vraag of hij in Passage nadat hij in zijn eigen eigen zaak heeft verklaard iets wil zeggen.
Advocaat-generaal: Heeft u bijnamen?
Holleeder: Ik beroep me op mijn verschoningsrecht.
Advocaat-generaal: Kent u de naam haaiensnaaijer?
Holleeder: Ik beroep me op mijn verschoningsrecht.
Holleeder’s advocaat Robert Malewicz lichtte toe:
Het hebben van bijnamen kan een belangrijke rol in zijn eigen zaak spelen.
De voorzitter toonde zich nieuwsgierig:
Als we u de vraag stellen: wordt u wel eens Neus genoemd, dan beroept u zich ook op uw verschoningsrecht?
Holleeder: Ik beroep me op mijn verschoningsrecht.
Hij herhaalde die frase tientallen malen, zodat de voorzitter informeerde of hij nog wel naar de vragen luisterde. Holleeder zei:
Ja
Toen kon Holleeder weer terug naar de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. Het hof bepaalde na beraad dat hem inderdaad verschoningsrecht toekwam, op alle vragen.
Dit najaar zal het Openbaar Ministerie de strafeisen bekendmaken. De advocaten houden vanaf januari 2017 hun pleidooien.
Zie ook: