Hof besluit in augustus over vervolging Demmink

Het gerechtshof in Arnhem besluit niet voor 18 augustus of het Openbaar Ministerie de strafrechtelijke vervolging wegens seksueel misbruik van ex-topambtenaar Joris Demmink mag staken. Dat bleek vrijdag op een besloten zitting.

Door @Wim van de Pol

Het hof vond dat er in januari 2014 voldoende bewijs was om Demmink te vervolgen en gaf het Openbaar Ministerie hiertoe opdracht. Het Openbaar Ministerie voert steeds aan dat er geen redelijk vermoeden bestaat dat Demmink tussen 1995 en 1997  twee – destijds – minderjarige Turkse jongens (die aangifte deden) heeft misbruikt. Dat deed het Openbaar Ministerie een jaar geleden ook al. Het persbericht van vrijdag was vrijwel identiek aan dat van 30 juni vorig jaar.

Politieman

Het Openbaar Ministerie wijst hierbij vooral op de weigering van Turkije rechtshulp mogelijk te maken. In Turkije zou een politieman kunnen worden gehoord die zegt dat hij jonge straatjongens naar Demmink moest brengen. Ook zijn er ambtenaren te spreken die in 2002 een document opstelden dat werd ondertekend voor de Directeur van Politie (tevens gouverneur) in de provincie Istanboel waarop inreisdata van Demmink in die periode staan. Dat is belangrijk omdat Demmink ontkent in Turkije te zijn geweest in de jaren negentig.

Verdragen

Turkije zegt geen rechtshulp te kunnen toestaan vanwege het ne bis in idem beginsel. Advocaat Adèle van der Plas bestrijdt dat dit een geldig argument is omdat Demmink niet veroordeeld is, evenmin heeft er daar een strafrechtelijk onderzoek gelopen.

Turkije stelt ook dat het feit van seksueel misbruik is verjaard. Daarmee handelt Turkije in strijd met internationale verdragen, aldus de advocaat, omdat verjaring van een strafbaar feit in Turkije geen belemmering mag zijn voor het verlenen van rechtshulp aan Nederland, omdat het feit hier nog niet is verjaard.

Niet voortvarend

Van der Plas vindt ook dat het Openbaar Ministerie niet voortvarend genoeg heeft gehandeld in het opsporingsonderzoek. De eerste aangifte is van september 2008. Ook dat is volgens Van der Plas in strijd met een internationaal verdrag dat landen gebiedt kindermisbruik effectief en snel te bestrijden.

Van der Plas tegen Crimesite:

Het OM herhaalt net als een jaar geleden dat er geen verdenking is. Zo is het niet. Er is sprake van een jammerlijk falen van het OM in het onderzoek. Daarbij past een deemoedig mea culpa. Het hof vond in januari 2014 dat er wel een verdenking aanwezig was. Turkse stukken en getuigenverklaringen konden echter niet worden onderzocht omdat het OM te lang had gedraald met een onderzoek. En zonder al dit bewijs acht het OM opnieuw geen verdenking aanwezig. Dat is een dubbele cirkelredenering.

Steekspel

Van der Plas vindt dat de Nederlandse staat onrechtmatig heeft gehandeld tegen haar cliënten door te lang te treuzelen.

Het gerechtshof zal de knoop moeten doorhakken in het juridische steekspel met een sinds 2008 onwillig Openbaar Ministerie.

Het gerechtshof kan zich daarbij baseren op meer aanwijzingen tegen Demmink dan tot nu toe naar buiten zijn gekomen. Ook zou het dossier meer feiten bevatten die tonen dat het OM niet voortvarend heeft gewerkt in het onderzoek tegen Demmink. Advocaat Van der Plas wil zolang het gerechtshof zich beraadt hierover verder niets naar buiten brengen.

Eerdere berichten:

Toeval bestaat: Baybaşin en Demmink op één dag (UPDATE)

‘Joris Demmink nog steeds beveiligd’

Sepotbesluit Joris Demmink in februari definitief