Het Surinaamse Hof van Justitie heeft bepaald dat president Desi Bouterse toch strafrechtelijk moet worden vervolgd voor zijn rol bij de decembermoorden in 1982. Het Hof deed de uitspraak in een klachtprocedure die nabestaanden hadden ingediend tegen het Openbaar Ministerie.

Amnestiewet

Dat meldt de Surinaamse krant De Ware Tijd op basis van een ‘zeer betrouwbare bron’. Een bevel tot vervolging door het Hof is officieel nog niet bekendgemaakt. Na de aanname van de omstreden Amnestiewet in 2012 had het OM zich op het standpunt gesteld dat er geen grond was voor voortzetting van het 8 Decemberstrafproces. Hierover hadden de nabestaanden in augustus 2015 een klacht ingediend tegen het OM bij het Hof van Justitie.

Rechtsvacuum

Nadat de Amnestiewet met 28 tegen twaalf stemmen was aangenomen in De Nationale Assemblee, is het strafproces voor onbepaalde tijd opgeschort. De auditeur-militair en de Krijgsraad vonden dat een Constitutioneel Hof zich moest buigen over de rechtmatigheid van de Amnestiewet. Suriname heeft echter nog geen Constitutioneel Hof. Hierdoor was het strafproces tegen de verdachten van de Decembermoorden in een rechtsvacuüm beland.

Getuigenis

De nabestaanden verweten in hun klacht dat met name de auditeur-militair zich op ondeugdelijke wijze van zijn vervolgingstaak had gekweten. De klagers verlangden daarom van het Hof van Justitie een bevel tot verdere vervolging.

Publicist en nabestaande Sandew Hira heeft het afgelopen weekend een ‘getuigenis’ van president Bouterse opgenomen over de bloedige gebeurtenissen van december 1982 op Bouterse’s buitenverblijf Brokobaka. Hira is van plan op 8 december de ‘getuigenis’ van Bouterse publiekelijk te maken.