‘Hoger beroep niet in vrijheid afwachten’

Verdachten die door de rechtbank tot minstens één jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld, moeten voortaan meteen de cel in en mogen het hoger beroep niet meer in vrijheid afwachten. Dat blijkt uit een nieuw wetsvoorstel van minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie.

Volgens de bewindslieden komt het te vaak voor dat veroordeelden door diverse redenen pas jaren later in de cel belanden. Dat is niet uit te leggen aan slachtoffers en nabestaanden, vinden zij.

Geloofwaardigheid

‘Voor de geloofwaardigheid van het strafrecht is het van groot belang dat een strafrechtelijke beslissing zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. Nu gebeurt dat pas nadat het vonnis onherroepelijk is geworden. Strafrecht moet herkenbaar zijn, krachtig en op maat’, aldus de bewindslieden in een bericht van de rijksoverheid.

Verdachten moeten op deze manier minder kans krijgen om de benen te nemen tijdens de afwachting van hun zaak in hoger beroep.

Schorsen

De rechtbank krijgt volgens het nieuwe wetsvoorstel wel de mogelijkheid om de tenuitvoerlegging van de straf op te schorten of te schorsen. Dat kan te maken hebben met persoonlijke omstandigheden van een verdachte. Mocht een verdachte uiteindelijk in hoger beroep worden vrijgesproken, hebben zij recht op een schadevergoeding.