Hüseyin Baybasin vraagt herziening bij Hoge Raad

De Turk Huseyin Bayba?in heeft deze week een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad ingediend. Daarin staat een rij feiten gepresenteerd waaruit de suggestie spreekt dat het onderzoek naar Baybasin in elkaar is gezet, en de ten laste gelegde feiten onjuist. Eén van de meest opvallende zaken is dat een Nederlandse officier van justitie mogelijk onder ede heeft gelogen in de rechtszaak. Baybasin zit momenteel een levenslange gevangenisstraf uit in Nederland, onder meer voor het uitlokken van twee liquidaties.

Door Wim van de Pol

Wat was er allemaal niet bekend aan het gerechtshof in Den Bosch toen dat arrest wees in juli 2002 en Baybasin tot levenslang veroordeelde? Er is niet alleen de verdenking van gemanipuleerde telefoongesprekken.

Ten eerste zijn gerechtshof en rechtbank volstrekt verkeerd voorgelicht over de aanvang en de reden van het Nederlandse strafrechterlijk onderzoek naar Baybasin. Het is met meteen de grootste onwaarheid die zaaksofficier van justitie in de zaak Baybasin – Hugo Hillenaar, nu hoofdofficier van justitie in Breda –  heeft verteld.

Onder ede heeft Hillenaar verklaard dat het onderzoek in Nederland is gestart in 1997 en dat de Turkse autoriteiten er ‘expres’ buiten zijn gehouden. Pas op 1 februari 1998 zijn de Turken van het onderzoek op de hoogte gebracht.

Zei Hillenaar onder ede.

Maar dat blijkt nu onwaar te zijn, althans, zo valt te concluderen uit een verklaring van zijn voorganger oud-officier van justitie Jan Koers, die nu bij de Hoge Raad ligt. De Turken zijn samen met Nederlandse politiemensen vanaf het begin van de jaren negentig bezig geweest met bewijs te verzamelen tegen Baybasin.

Koers heeft bij de advocaat van Baybasin, Adèle van der Plas, in een verklaring precies neergelegd hoe de samenwerking tussen de Turken en de Nederlanders in de jaren is verlopen.

Onder leiding van de Arnhemse officier van justitie Jan Koers is een geheim samenwerkingsmemorandum opgesteld tussen Turkije en Nederland.

De Nederlanders richtten rond 1993 een geheim kantoor in Istanbul in en betaalden een afluistersysteem voor de Turkse telefooncentrale. De Nederlanders kregen hulp van Turkije om mega-heroïne-onderzoeken in Turkije en Nederland te draaien, zoals de 4M-zaak te draaien en het Sitoci-onderzoek. Dat waren de eerste grote successen van het IRT Noord- en Oost-Nederland en indertijd ongekend grote onderzoeken.

Maar de Turken wilden nog iets terug. Ze eisten dat Nederland een strafrechterlijk onderzoek zou draaien tegen Hüseyin Baybasin. De Koerd Baybasin was op dat moment staatsvijand nummer één in Turkije.

De beslissing Baybasin te vervolgen is dus al lang voor 1998 gemaakt. En niet zelfstandig door Nederland maar onder druk van Turkije. Aldus Koers.

Baybasin woonde op dat moment in Nederland en mocht van de Hoge Raad niet worden uitgeleverd omdat hij in Turkije mogelijk zou worden gemarteld.

Officier van justitie Jan Koers weigerde aan dat onderzoek tegen Baybasin mee te werken. En daarop is hij als leidend zaaksofficier vervangen door Hugo Hillenaar.

Koers ontweek en werd later plaatsvervangend hoofdofficier in Amsterdam.

En hij bleef jarenlang zwijgen.

De nieuwe verklaringen van Koers, die mogelijk wijzen op een meineed van de huidige hoofdofficier in Breda, behoren tot de meest explosieve delen van het herzieningsverzoek in de zaak Baybasin.

Crimesite zal de komende tijd nog meer berichten over hoe leden van het Openbaar Ministerie het gerechtshof in Den Bosch om de tuin lijken te hebben geleid, om Baybasin kost wat kost veroordeeld te krijgen.

Lees hier het gehele herzieningsverzoek (pdf 10,2 Mb) met alle nieuwe feiten in de zaak. Op de site van de Bakker-Schut Stichting zijn veel documenten over de zaak Baybasin te lezen.

Lees ook:

De kruistocht van Adèle van der Plas

Buruma weigerde ontlastende getuigen

Buruma had Baybasin-zaak nader willen onderzoeken