Iedere winkeldief straks ook witwasser? (COLUMN)

Enkel het verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen die afkomstig zijn van door een verdachte zelf gepleegde misdrijven is per 1 januari ook strafbaar gesteld. De witwaswetgeving is veranderd.

Door Thirza Overes en Sébas Diekstra

De jurisprudentie van de Hoge Raad beperkte de mogelijkheden om witwassen in alle gevallen aan te pakken. Het kabinet vond dat het verwerven of voorhanden hebben van uit misdrijf afkomstige voorwerpen onder alle omstandigheden een halt moest worden toegeroepen.

Vóór 1 januari was het witwassen van een voorwerp, dat onmiddellijk afkomstig was uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, pas strafbaar indien hij gedragingen had verricht die kennelijk gericht waren op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Een dergelijke verbergings- of verhullingshandeling is bijvoorbeeld het verstoppen van de buit in een toiletpot in huis.

Eenvoudig (schuld)witwassen

Met aanpassing van de witwaswetgeving zijn er twee nieuwe delicten bijgekomen, namelijk het ‘eenvoudig witwassen’ en het ‘eenvoudig schuldwitwassen’. Op het zwaarste feit van de twee, het eenvoudig witwassen, staat een maximale gevangenisstraf van zes maanden of een maximale geldboete van de vierde categorie (€ 20.500).

Om tot een bewezenverklaring van het nieuwe eenvoudig witwassen te komen is de kwalificatiehandeling van het verbergen of verhullen niet in de wettekst opgenomen. Het enkel verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf is dus al strafbaar.

Ter illustratie: een verdachte van het thuis telen van hennep werd voor de wetswijziging niet vervolgd voor het witwassen van de hennepplanten als hij of zij de planten niet daadwerkelijk had verborgen of verhuld. Alleen het aanwezig hebben van de planten leverde nog geen witwassen op. Binnen de nieuwe wetgeving zou de hennepteler, naast het telen van de hennep en eventueel diefstal van stroom, mogelijk ook vervolgd kunnen worden voor eenvoudig witwassen.

Ongewenste effecten?

Welke ongewenste gevolgen deze wetswijziging in de praktijk met zich mee zal brengen, moet nog worden bezien. Als strikt naar de nieuwe wetgeving wordt gekeken, dan kan elke winkeldief die met zijn weggenomen blikje bier onderweg naar huis is niet alleen worden vervolgd voor diefstal, maar ook voor eenvoudig witwassen. Ook bijvoorbeeld de (schuld)helers die op straat een goedkope fiets kopen of een goedkope telefoon via Markplaats, die achteraf gestolen blijkt te zijn, zouden vervolgd kunnen worden voor het nieuwe delict eenvoudig schuldwitwassen.

Maar ook diegene die een groot geldbedrag aan contanten op zijn bed heeft liggen en geen verklaring aflegt over de (legale) herkomst van het geld, kan voor eenvoudig witwassen worden vervolgd. Een gronddelict hoeft niet te worden aangetoond en een kwalificatiehandeling (het verbergen of verhullen) is niet meer nodig.

Naast deze nieuwe mogelijkheden voor het Openbaar Ministerie om te vervolgen bewerkstelligt deze wetswijziging tevens een grondslag voor verbeurdverklaring van de voorwerpen die afkomstig zijn uit een misdrijf. Zelfs wanneer de verdachte niet voor het gronddelict wordt vervolgd. Nog een bijkomende straf dus.

Dubbele bestraffing

Dit alles voelt uiteraard als een dubbele bestraffing. Waar je voorheen voor één feit werd vervolgd, kan het Openbaar Ministerie nu voor hetzelfde feitencomplex twee feiten ten laste leggen. Volgens justitieminister Ard van der Steur is er geen sprake van een automatisch dubbele bestraffing en zal er bij een strafoplegging rekening worden gehouden met de nauwe verbondenheid van de feiten. Er wordt in de memorie van toelichting benadrukt dat het bestaansrecht van de nieuwe wetsartikelen vooral ligt in het voorkomen van straffeloosheid op het moment dat veroordeling voor het grondmisdrijf niet mogelijk is of niet is aangewezen, zoals het voorbeeld van het contante geld in een woning.

Het blijft de vraag of het Openbaar Ministerie dit laatste in haar achterhoofd houdt bij het opstellen van tenlasteleggingen. Voor nu kunnen wij in ieder geval vaststellen dat de wetgever het Openbaar Ministerie in elk geval heeft geholpen bij het vergemakkelijken van de vervolging van verdachten.

Thirza Overes en Sébas Diekstra zijn strafrechtadvocaten bij Diekstra Van der Laan Advocaten