Joris Demmink niet vervolgd voor verkrachting (UPDATE)

Het gerechtshof in Arnhem vindt het goed dat het Openbaar Ministerie oud-secretaris-generaal Joris Demmink niet verder vervolgt inzake de verdenking van verkrachting van twee minderjarige jongens in Turkije in de jaren negentig.

Door @Wim van de Pol

Nadat het Openbaar Ministerie in 2014 in opdracht van het gerechtshof in Den Bosch werd gedwongen een strafrechtelijk onderzoek te openen concludeerde het OM dit jaar dat er geen aanwijzingen voor strafbare feiten waren gevonden.

Vrijdag schrijft het hof in een arrest dat er een zeer gedegen strafrechtelijk onderzoek naar de aantijgingen is verricht, waarbij er ‘geen steen op de andere is gelaten’. Het hof ziet ‘geen begin van aannemelijkheid’ dat Demmink in de jaren 1995, 1996 en/of 1997 in Turkije is geweest. Ook vindt het hof het ‘hoogst onwaarschijnlijk’ dat een strafrechter op basis van de voorliggende aangiften tot een veroordeling zal komen. Daarbij legt het hof zich neer bij het gegeven dat het belangrijkste bewijs in Turkije te vinden zal zijn en dat land rechtshulp onmogelijk heeft gemaakt.

Demmink zal nu een kennisgeving van niet verdere vervolging ontvangen.

Opmerkelijk genoeg heeft het Openbaar Ministerie voor vrijdagmiddag een geselecteerde groep journalisten uitgenodigd voor een bijeenkomst waar uitleg over de zaak gegeven zal worden. Crimesite heeft hiervoor geen uitnodiging ontvangen.

Europese hof

Ook als er nog nieuwe feiten over de zaak ter tafel komen zal het moeilijk worden Demmink ervoor opnieuw strafrechtelijk te vervolgen. De advocaat van de Turkse jongemannen, Adèle van der Plas, zal wel verder procederen voor een schadevergoeding. Ze acht de Nederlandse staat aansprakelijk voor het falen van het onderzoek, waarbij het belangrijkste aanvullende bewijs uit Turkije moet komen. Van der Plas:

Het hof stelt ten onrechte stelt dat er geen steen op de andere is gelaten in het onderzoek. Dat is nu juist het probleem. Het hof had zelf opgedragen de Turkse getuigen te horen en de Turkse documenten te onderzoeken. Dat is gefrustreerd door de plotselinge weigering van Turkije nog verdere rechtshulp in deze zaak te verrichten. Hier heeft het hof geen verdere rechtsmiddelen tegen, maar het is in dat licht onjuist te stellen dat het onderzoek geen steen op de andere heeft gelaten. Dat is onzin. Al in 2008 hebben we aan het Openbaar Ministerie alle getuigen en bewijsmateriaal uit Turkije gepresenteerd. Daar heeft het Openbaar Ministerie tot 2013 niets mee gedaan. Nadat het hof in 2014 opdracht voor vervolging gaf zijn alle deuren voor rechtshulp in Turkije dichtgegooid. Toen was het te laat. De zaak is politiek dichtgetimmerd tussen Turkije en Nederland. Vóór 2014 al had het OM effectief en met spoed de aangifte moeten onderzoeken, conform internationale verdragen. Het Europese hof is hier kristalhelder over. De Staat is aansprakelijk en we zullen gaan procederen voor een schadevergoeding.

Turkije weigerde mee te werken aan Nederlandse rechtshulpverzoeken omdat dit in strijd zou zijn met het principe dat personen niet twee keer in dezelfde zaak kunnen worden vervolgd. Van der Plas betoogde voor het hof dat dit geen geldig argument was omdat Demmink niet veroordeeld is en er in Turkije evenmin een strafrechtelijk onderzoek heeft gelopen.

Zie de voorgaande berichten:

Hof besluit in augustus over vervolging Demmink

Hoe de AG alle 150 nova van tafel veegde

Hoe Hüseyin Baybaşin ‘verwijderd’ werd

Toeval bestaat: Baybaşin en Demmink op één dag (UPDATE)