Moppie R. strijdt voor de allerlaatste kans

De kleine Mohamed “Moppie” R. (44) strijdt voor zijn laatste kans in het hoger beroep van het moordproces Passage. De rechtbank legde hem al levenslang op voor vijf moorden. Zijn advocaten betoogden dat dit oordeel op zand is gebouwd.

Door @Wim van de Pol

Het Openbaar Ministerie nam de afgelopen weken een duik in een (voor sommigen) ver verleden: het voorjaar van 1993. Dat is een periode waarin in Nederland een ware storm van (onopgeloste) liquidaties opstak. In het requisitoir legden de advocaten-generaal een kronkelende route af tussen een hele lange reeks punten en puntjes die R. tegen heeft inzake drie van die moordpartijen. Wie de puntjes wil verbinden ziet een vijfvoudig moordenaar. Deze week hadden advocaten Jan-Hein Kuijpers, Fébe Schoolderman en Mark Nillesen de zware taak om dit beeld weg te gummen.

Zonneklaar

R. was volgens het OM (samen met Jesse Remmers) de man die twee mannen aanstuurde en betaalde voor de dubbele moord op hasjhandelaar Hemie Shamel en zijn vriendin Anne de Witte in Antwerpen. In datzelfde voorjaar van 1993 zou hij samen met Jesse Remmers op een afgelegen parkeerplaats bij de Ouderkerkerplas de jonge Bosniërs Samir Hadziselimovic en Djordje llic hebben geliquideerd. Voor rechtbank en het OM is het ook zonneklaar dat Moppie R. de opdracht aannam om sportschoolhouder Tonnie van Maurik naar het (huidige) Mercure-hotel langs de A2 te lokken, waar hij door (onder meer Jesse Remmers) werd doodgeschoten. Dat R. ook nog mede verantwoordelijk wordt geacht voor een mislukte aanslag (door o.a. Remmers) in 2000 langs het IJsbaanpad in Amsterdam-Zuid is in zo’n zware tenlastelegging zelfs bijzaak.

Getuigen

In de zaak van de dubbele moord bij Ouderkerk werpen R.’s advocaten allereerst de stelling op dat de zaak in 2007 al was opgelost. Toen bekende ene Raymond Verbaan namelijk de zaak. Het OM gelooft die verklaring echter niet. Verbaan leed aan een dodelijke ziekte (is inmiddels ook overleden) en zou daarom de moorden uit loyaliteit alleen op zich hebben genomen. De advocaten werpen tegen dat hoogleraar Peter van Koppen de bekentenis van Verbaan analyseerde en deze heel aannemelijk vond. Dan resteert de vraag of Verbaan het dan misschien toch samen met Remmers en Moppie R. zou hebben gedaan. Daarover gaf Van Koppen geen uitsluitsel. Verbaan tobde met zijn geestelijke gezondheid omdat hij leed aan de Ziekte van Huntington.

Cruciaal in de zaak tegen Moppie R. is eigenlijk dan de verklaring van een vriendin die zegt uit eigen wetenschap van verschillende kanten te hebben gehoord over de betrokkenheid moord van Moppie R.. De advocaten schuiven haar als onbetrouwbaar en drugsgebruikend terzijde, en bovendien zou ze rancunes tegen R. hebben. Zeker is dat deze getuige zichzelf vaak heeft tegengesproken maar de rechtbank vond haar boodschap betrouwbaar genoeg.

Getipt

Moppie R. heeft ook in de zaak van de moord op Tonnie van Maurik de schijn ernstig tegen. Het Openbaar Ministerie stelt dat R. van de prostituee Pinny S. de opdracht aannam om hem te laten doodschieten. R. was de enige van de vier verdachten Nan Paul de B., Freek S, en Jesse Remmers die wist hoe Van Maurik er uit zag. Hij zou telefonisch de schutters hebben getipt over de auto en het tijdstip dat het slachtoffer aan kwam rijden bij het Mercure Hotel in Amsterdam-Overamstel.

Piepers

De autotelefoons en piepers die de groep verdachten en hun oudere medeverdachte Henk Rommy gebruikten zijn ook een belangrijk steunpunt in het bewijs van het Openbaar Ministerie. Steeds weer duiken dezelfde nummers op in de buurt van de verschillende plaatsen delict. Eén bepaald nummer (eindigend op 1810) was steeds in de buurt of ter plaatse in drie moordzaken, het was in gebruik bij Jesse Remmers en Moppie R.. De advocaten van R. hebben betoogd dat het OM goochelt met reeksen telecomgegevens, zoals locatiegegevens, maar dat tegelijk een heleboel data ontbreken. Er zijn ontegenzeggelijk onverklaarbare gaten in de informatie. Wie welke telefoon in gebruik had, en wie op welk moment waar was, valt helemaal niet zo eenvoudig te concluderen als het OM doet, zeggen de advocaten.

Okura

Het is de kroongetuige Peter la Serpe die het onderzoek in de “93-moordzaken” heeft vlotgetrokken. Hij zei in de oude Utrechtse bajes aan het Wolvenplein wel meer dan 100 uren met Jesse Remmers te hebben gesproken, ook in hun cel. Daar zou Jesse Remmers hem tal van geheimen over moorden hebben bekend. Medewerkers van het Wolvenplein hebben echter gezegd dat op de cel geen overleg mogelijk was. Moppie R.’s advocaten zeggen dat die gesprekken maximaal 3,5 uur per week tijdens luchten mogelijk waren. La Serpe bracht Moppie en Jesse in verband met alle moorden uit 1993. Maar erg consistent is hij niet in zijn verhalen.

Had Jesse Remmers nu wel of niet al snuivend op de 21ste verdieping van het Okura hotel over Amsterdam uitgekeken terwijl hij de 150.000 voor de moord op Van Maurik er door aan het jassen was? Het ene moment wel en de volgende keer weet La Serpe het niet meer. Ook de – laten we zeggen kleurrijke – getuige Harry W. bracht ernstige beschuldigingen tegen Moppie en Jesse Remmers in, maar vloog in zijn verhalen soms uit de bocht (zie hier en hier).

Moordlustig

Voor Moppie R. ligt er niettemin erg veel belastend materiaal. Over de dubbele moord in Antwerpen zijn vele verklaringen die wijzen naar een moordopdracht van Henk Rommy die door bemiddeling van Remmers en Moppie R. ten uitvoer is gebracht door twee Antillianen. Het allemaal legostukjes die de advocaten-generaal feilloos in elkaar drukten tot een naargeestig beeld van een moordlustig duo.

Kuijpers c.s. eindigden hun betoog met de notie dat in het megadossier tegen Moppie R. ‘details’ het verschil moeten maken. Deze leggen volgens hen het ‘wankele fundament’ bloot waarop R. mogelijk levenslang zal moeten worden opgesloten. Ze benadrukten aan het gerechtshof dat ook in het beoordelen van de gebeurtenissen in het grijze verleden van 1993 ‘grote stappen snel thuis geen recht doen aan de waarheidsvinding’.