Aangifte tegen Teeven wegens meineed

De weduwe van de in 2006 vermoorde hasjhandelaar Thomas van der Bijl heeft aangifte gedaan tegen staatssecretaris Fred Teeven van Justitie wegens meineed. Zij zegt dat Teeven als officier van justitie heeft gelogen over het dreigingsgevaar voor de anonieme getuige Van der Bijl. Dat schrijft Vrij Nederland. De aangifte is gedaan op 11 juni bij het arrondissementsparket in Den Haag.

Risico's

Thomas van der Bijl werd op 20 april 2006 doodgeschoten in zijn café De Hallen in Amsterdam-West. Hij was op dat moment een anonieme bedreigde getuige in jet Kolbak-onderzoek tegen Willem Holleeder, die verdacht werd van afpersing van verschillende mensen. Zijn vrouw heeft nu de Nederlandse staat voor de rechter gedaagd en eist een schadevergoeding. Zij zegt dat de staat, in persoon van de toenmalige officier van justitie Teeven, haar man niet voldoende heeft beschermd, terwijl hij wist dat Van der Bijl risico's liep.

Hasjzaak

Kort voor zijn dood zat Van der Bijl vast in een hasjzaak. De andere verdachten bleven langdurig in voorarrest zitten, maar Van der Bijl kwam al snel weer vrij, door toedoen van Teeven die op dat moment het onderzoek naar Holleeder leidde. Teeven wilde dat Van der Bijl verklaringen tegen Holleeder af zou gaan leggen. Het onbeschermd op straat zetten van Van der Bijl is volgens de weduwe en haar raadsman een ‘onrechtmatige daad’ wegens ‘schending van de zorgplicht’.

Gemakzucht

Advocaat Jop Fellinger stelt tegen Vrij Nederland dat dit voortkomt uit  ‘pure gemakzucht’. ‘Teeven had gewoon geen zin in vertraging in de Holleeder-zaak. Maar de status van anonieme bedreigde getuige is geen snoepgoed dat je zo maar rondstrooit. Het verlenen van die status impliceert dat iemand gevaar loopt.’

Briefje

In die civiele zaak is Teeven onlangs gehoord. In dat verhoor heeft Teeven onder ede aantoonbaar gelogen, beweren de weduwe en haar advocaat Jop Fellinger. Inzet is onder meer een briefje, waarop de namen stonden van de vermeende bedreigers van Van der Bijl. Dat zou Teeven als officier van justitie in handen hebben gekregen, ruim voor de moord. Teeven zei zich nauwelijks iets herinneren van het briefje. Hij weet niet meer van wie hij heeft gekregen, hij weet niet meer of hij er met Van der Bijl over heeft gesproken. ‘Naar mijn weten waren er toen geen concrete bedreigingen aan mij bekend,’ zei hij in april bij de raadsheer-commissaris.