Bezit apaan niet strafbaar

De rechtbank Den Bosch heeft een 45-jarige Eindhovenaar veroordeeld tot zes jaar celstraf voor het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs. Negen andere verdachten kregen tot drie jaar celstraf opgelegd. De rechtbank sprak drie andere mannen vrij. De hoofdverdachte zette in loodsen in Gastel, Oisterwijk en Weert in 2011 laboratoria op voor het vervaardigen van stoffen waarmee synthetische drugs kunnen worden gemaakt (precursoren). Opvallend genoeg sprak de rechtbank verdachten vrij van het bezit van de grondstof apaan.

De politie maakt de laatste tijd extra jacht op dit middel omdat het een vervanger is van een dure grondstof voor MDMA en amfetamine. Volgens de rechtbank is apaan – anders dan het Openbaar Ministerie stelt – geen geregistreerde stof uit de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Dat betekent dat voor het bezit van apaan geen vergunning nodig is. Bovendien concludeert de rechtbank dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als marktdeelnemer, zoals de wet stelt.

Achter de woning van de hoofdverdachte in Waalre zijn onderdelen van een laboratorium voor chemische drugs aangetroffen.

De rechtbank maakt uit de bewijsmiddelen op dat de man zich bezighield met het faciliteren van laboratoria en dat medeverdachten zich bezighielden met het chemische omzettingsproces. Deze handelingen zijn strafbaar op basis van artikel 10a van de Opiumwet. De rechtbank acht bewezen dat de man apparaten, materialen en stoffen – waaronder apaan – had die gebruikt konden worden bij de productie van BMK of PMK, de essentiële grondstoffen voor de productie van amfetamine of MDMA (XTC) en aanverwante synthetische drugs. De rechtbank sprak de man vrij van deelname aan een criminele organisatie omdat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Er was geen gestructureerd samenwerkingsverband tussen de verdachten in de ogen van de rechtbank.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank er onder meer rekening mee gehouden dat de man de kennis en kunde bezit en anderen in staat stelde om met de door hem gebouwde en geleverde apparaten en materialen op grote schaal BMK te kunnen maken uit Apaan. Uit afgeluisterde gesprekken volgt dat hij zich daarvoor liet betalen en er grote bedragen mee verdiende. Op zijn strafblad staan meerdere veroordelingen in 1998 en 2000 voor Opiumwetdelicten en de man is ook in Duitsland veroordeeld voor een soortgelijk misdrijf. Er zijn geen persoonlijke omstandigheden die tot strafverlaging leiden. Volgens de rechtbank is de longziekte van de man ook in gevangenschap te behandelen.

Voor hun aandeel in de drugshandel zijn negen andere verdachten uit Eindhoven, Tilburg, Waalre, Valkenswaard, Baexem en Gastel veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van drie jaar onvoorwaardelijk tot een celstraf van 237 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk en een werkstraf van 240 uur. Drie andere mannen zijn vrijgesproken van de hen ten laste gelegde feiten, omdat de rechtbank niet komt tot een bewezenverklaring van betrokkenheid bij de laboratoria, het marktdeelnemerschap en Apaan niet aanmerkt als geregistreerde stof in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.

Lees de uitspraak.

Zie ook:

OM: 47,5 jaar celstraf in grote apaan-zaak