Nabestaanden van de op station Hollands Spoor doodgeschoten 17-jarige Rishi Chandrikasing hebben aangifte gedaan wegens moord door een politieagent. De jongen werd op 24 november 2012 omstreeks 06.25 uur doodgeschoten door een agent. De politie liet in eerste instantie weten dat de jongen gewapend was maar dat bleek al snel niet zo te zijn.
Ook wegens het doen van deze ‘valse melding’ door de politie over vuurwapenbezit of andere strafbare feiten doet de familie aangifte.
Volgens de advocaat van de familie, Michel van Stratum, is door de valse melding ‘de normale gang van zaken in de samenleving verstoord en heeft dat mede tot de dood van Rishi geleid.
Er is ook aangifte gedaan vanwege schending van de geheimhoudingsplicht ingevolgde de Wet politiegegevens. De advocaat vermoedt dat iemand bewust en tactisch (onjuiste) persoonsgegevens van Rishi heeft laten lekken, ‘met als doel hem in de media in een ongunstig daglicht te plaatsen en haar eigen straatje ter zake de onrechtmatige dodelijke schietpartij trachten schoon te vegen.’
De familie wil dat er in ieder geval een gerechtelijk vooronderzoek zal worden gevorderd. Als de politieman niet voor moord kan worden vervolgd dan moet hij worden aangeklaagd voor doodslag of dood door schuld.
De jongen was niet eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen. Hij staat voor zover bekend ook niet bij de politie geregistreerd als ‘vuurwapengevaarlijk’. Hij heeft voorzover bekend niet gedreigd of een vuurwapen getoond, zegt de familie. Zeker één van de agenten heeft zijn dienswapen op Rishi gericht. Er is geen waarschuwingsschot gelost of bijvoorbeeld pepperspray gebruikt. De andere twee agenten vuurden voorzover bekend niet. Van noodweer kan volgens de familie geen sprake zijn.
De jongen is in zijn nek getroffen. Volgens de familie is er ernstige twijfel over de vraag of het vuurwapengebruik rechtmatig was. Daarom heeft de Rijksrecherche de agent nu ook verdachte is.
Advocaat Van Stratum: ‘Het is vaste jurisprudentie dat van voorbedachte raad sprake is als de verdachte in enkele seconden de tijd heeft gehad zich te beraden en in dat tijdsverloop de gelegenheid heeft gehad dat hij over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad heeft nagedacht en zich daarvan rekenschap heeft gegeven. Dan zou de klacht moord moeten zijn en geen doodslag.’
De nabestaanden zijn niet onmiddellijk door de politie, openbaar ministerie en/of de gemeente geïnformeerd, ondanks het feit dat de persoonsgegevens van zijn familie op zijn sleutelbos stonden. Wel verschenen snel de onjuiste berichten in de media, bijvoorbeeld dat de jongen een avondklok zou hebben geschonden en strafrechtelijk vervolgd zou zijn voor een steekpartij aan de Haagse Fruitweg.
Van Stratum: ‘Het wordt tijd dat dit soort zaken niet met onbevredigend sepot sneuvelen. De politie mag hier niet zomaar wegkomen zonder dat een onafhankelijke rechter een oordeel velt.’