Hoge Raad verwijst Pet-zaak terug

De Hoge Raad heeft in cassatie de zaak tegen de Amsterdamse politieagent Jacques K. terugverwezen naar het gerechtshof van Amsterdam. Dat hof had in de strafzaak tegen K. het Openbaar Minsterie niet-ontvankelijk verklaard omdat het afluisteren van de geprepareerde telefoon van K. niet volgens de regels was gegaan. Het Openbaar Ministerie ging in cassatie. De Hoge Raad zegt nu dat dit afluistermiddel wél juist is toegepast. K. is verdacht van het lekken van vertrouwelijke politie-informatie.

Enige kanttekeningen zijn op zijn plaats.

 

Het gerechtshof, dat eerder arrest wees op 23 december 2009, moet nu de zaak tegen K. helemaal opnieuw behandelen. Dit ondanks het feit dat door de gewraakte inzet van het middel geen bewijs tegen K. op tafel is gekomen. Er was hoogstens ‘wellicht een vermoeden’.

K. is in januari 2006 na zijn aanhouding gespresenteerd als “De Pet”, de man die jarenlang informatie uit de Amsterdamse politie naar het criminele milieu liet lekken. Maar van de aanvankelijk zeer brede ten lastelegging bleef uiteindelijk bijna niets over, zo moest ook het Openbaar Ministerie in hoger beroep toegeven.

Voor geen van de vele lekincidenten naar het milieu kon K. verantwoordelijk worden gesteld. Er was geen bewijs voor te vinden, ondanks de inzet van een waar arsenaal aan opsporingsmiddelen en (directe) afluistertechnieken.

In het onderzoek heeft de Rijksrecherche uiteindelijk dan maar proberen te bewijzen dat K. via oud-politieman Hans van E. informatie naar diens advocaat Nico Meijering zou lekken, door inzet van een vorm van uitlokking. K. werd als boodschappenjongen op pad gestuurd met een open envelop met valse informatie (over Mink K.) die hij naar het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Driebergen diende te brengen. 

Aldaar is zijn telefoon van een ‘middel’ voorzien zodat direct afluisteren mogelijk werd.

Onderweg naar het KLPD heeft K. de envelop opengemaakt en het valse proces-verbaal gelezen, hetgeen vast kwam te liggen door middel van beeldregistratie in zijn auto.

Enkele dagen later maakte K. – zoals wel vaker – een afspraak met zijn broer in een café. Daar was ook de oud-agent Hans van E. met wie K. incidenteel – net als andere agenten – wel eens contact had.

Maar de opnames die zijn gemaakt met de geprepareerde telefoon van K. brachten geen bewijs dat op enig moment informatie uit het valse proces-verbaal aan zijn broer of aan Hans van E. was doorgespeeld.

Bewijs wordt gezocht in het feit dat Hans van E. tien keer in vier uur contact probeert te leggen met zijn advocaat Nico Meijering, maar een bewijs dat dit een relatie had met Jacques K. was er niet.

Het hof had de andere overgebleven verdenking al onvoldoende bewezen geacht: het lekken van voorkennis over de inval bij de Hells Angels op 17 oktober 2005. K. was uit hoofde van zijn functie betrokken bij die inval. Voor de goede orde: verschillende media stonden de politie al op te wachten bij Angel Place omdat ze ervan wisten.

Het enige bewijs dat K. betrokken bij lekken naar de Hells Angels zou zijn was dat een dag tevoren medeverdachte Van E. ‘in de buurt’ van diens huis in Purmerend moet zijn geweest, terwijl die medeverdachte geregeld in Purmerend kwam. En dat Hans van E. wederom veel met Nico Meijering had gebeld.

Hoe Sam Klepper, Willem Holleeder, Wim Endstra en bijvoorbeeld de Hells Angels steeds prima op de hoogte waren van lopende politieonderzoeken is noch met de aanhouding van K., noch met jarenlang “onderzoek” naar K. en ook niet in het proces tegen Jacques K. verklaard. 

De corruptie bij de politie Amsterdam blijft onopgehelderd, dat zal voorlopig zo blijven.

Daar zal de herhaling van de behandeling van de zaak tegen K. bij het gerechtshof in Amsterdam niets aan veranderen.

Hier het arrest.