Eisen tot 30 jaar in Purmerland-zaak

Het Openbaar Ministerie in Haarlem heeft maandag drie verdachten van betrokkenheid bij de Purmerlandmoorden 30 en tweemaal 18 jaar cel geëist: tegen James P. 30 jaar, Martijn W. 18 jaar en Thomas ook 18 jaar. De moorden vonden plaats in december 2011 nabij Purmerland. In de zaak  van de vierde verdachte moeten nog twee getuigen-deskundigen gehoord. In zijn zaak wordt de eis op 19 mei uitgesproken.

Kogelregen

Volgens het OM blijkt uit het onderzoek dat Mohamed Benbouker op 20 december 2011 werd doodgeschoten op de Kanaaldijk bij Landsmeer. Een kwartier later werden even verderop op het parkeerterrein Burgtpad te Purmerland ook Arjan Koos (42) en Mohamed Benbouker (34) doodgeschoten, volgens het OM in een kogelregen vanaf korte afstand. Eén van hen probeerde nog te vluchten. De moorden zijn alledrie met vermoedelijk hetzelfde machinepistool.

Beelden

Verdachte Arnold van L. meldde zich op 21 december 2011 bij de politie met het verhaal dat hij gevaar liep in verband met de dood van de twee mannen die de dag ervoor waren gevonden. De politie kon hierdoor op tijd belangrijke camerabeelden veiligstellen. Volgens het OM heeft het tonen van beelden in Opsporing Verzocht van de verdachten, die enkele uren voor de moord/doodslag bij een fastfoodrestaurant in Amsterdam zijn gemaakt, een cruciale rol gespeeld in het identificeren van de verdachten.

Motief

Het motief voor de dood van Benbouker is uit het onderzoek niet voor alle verdachten duidelijk geworden. Verdachte Arnold van L. zou met Benbouker bevriend zijn geweest maar zou tevens door hem afgeperst, geïntimideerd en mishandeld worden vanwege een schuld die Benbouker voor hem op zich had genomen. Benbouker zou Arnold van L. hebben gedwongen voor hem te werken. Ook zou hij het hebben voorzien op de wietkwekerij die Arnold van L. met medeverdachte Martijn W. had. Arnold van L. wilde dat het gedrag van Benbouker stopte en vertelde dat aan diverse mensen.

Helpen

Martijn W. zou tegen getuigen hebben gezegd dat hij Arnold van L. wilde helpen. Daarna zou hij een nieuwe wietkwekerij willen opzetten waar ook Arnold van L. dan kwam werken. Die zou namelijk erg goed zijn in het telen van wiet. Daarnaast had Martijn W. zelf ook last van Benbouker, zegt het OM, omdat deze op de kwekerij die hij met Arnold van L. had aasde. Ook zou Benbouker hebben voorkomen dat Arnold van L. in die kwekerij kon werken, wat de kwaliteit van de planten niet ten goede kwam. Daarnaast zou Martijn W. op zijn beurt zijn oog hebben laten vallen op een kwekerij van Benbouker en zou die hebben willen ‘rippen'.

Oplossing

Diverse getuigen verklaren dat Martijn W. een oplossing zocht en dat hij  vond dat Benbouker dood moest. Martijn W. regelde volgens het OM het wapen, benaderde diverse mensen om hem te helpen in ruil voor wietopbrengsten en vond uiteindelijk in Rahim D. een medestander. Rahim D. regelde James P. en Thomas L. en gedrieën gingen ze op pad. Op 19 december, een dag voor het doden van de drie, waren ze volgens het OM samen met Martijn W. al op voorverkenning geweest.

Niet aanwezig

Martijn W. was bij de moord/doodslag op 20e december niet fysiek aanwezig. Maar vanwege de verregaande coördinatie, afstemming en sturing verdenkt het OM Martijn W. van medeplegen van de moord op Benbouker. De dood van de andere slachtoffers heeft Martijn W. volgens het OM niet beoogd. Dat plan is pas ontstaan op de plek waar Benbouker werd gedood. Martijn W. was daar niet bij en wordt daar dus ook niet van verdacht. Het OM vervolgt Martijn W. ook voor het kweken van en de handel in stekjes.

Fatale nacht

Arnold van L. zou ontboden zijn bij Benbouker, die naast hem in de auto zat terwijl ze op de Kanaaldijk reden. Achter hen reed een auto met de drie andere verdachten Rahim D., James P. en Thomas L.. Het OM verdenkt Thomas L. van het besturen van die auto. Rahim D. zou ernaast hebben gezeten en James P. achterin. De achtervolgende auto reed Arnold van L. klem, waarna diens bijrijder Benbouker uitstapte. Ook Rahim D. en James P. zouden zijn uitgestapt. Het OM gaat ervan uit dat James P. Benbouker met een schot in het hoofd heeft doodgeschoten.

Doodslag

Volgens het OM wisten alle verdachten dat er geweld zou worden gebruikt tegen Benbouker. Maar volgens het OM kan niet bewezen worden dat James P. en Thomas L. van tevoren wisten dat die dood moest of dat zij die intentie hadden. Dit komt doordat Rahim D. zichzelf doodde voor zijn arrestatie en dus niet kon worden gehoord. Rahim D. zou tegen getuigen hebben gezegd dat hij het slachtoffer slechts wilde ontvoeren maar dit is door het onderzoek noch bevestigd noch ontkracht. Daarom kan moord (met voorbedachten rade) niet worden bewezen. Het OM verdenkt James P. en Thomas L. daarom van doodslag op Benbouker.

Moeilijkheden

Na het doden van Benbouker zou Arnold van L. hebben gezegd dat verderop op een parkeerplaats twee mannen stonden te wachten op hem en Benbouker. De dood van Benbouker zou hem in een lastige positie kunnen brengen. Volgens het OM reden daarom de twee auto's door naar het Burgtpad en werden binnen een kwartier de andere twee slachtoffers gedood. Volgens het OM heeft James P. ook deze twee gedood, vermoedelijk met hetzelfde machinepistool. Het wapen is overigens nooit gevonden.

Moord

In die vijf kilometer die is gereden is naar de mening van het OM voldoende tijd geweest om te overwegen wat ze gingen doen of daarop terug te komen. Daarom verdenkt het OM James P. en Thomas L. van het medeplegen van moord op Bouhuijs en Koos. Uit het onderzoek is volgens het OM naar voren gekomen dat Rahim D. de grootste rol heeft gehad. Hoewel hij geen van de slachtoffers kende of last van ze had, heeft hij met Martijn W. plannen gemaakt om Benbouker van het leven te beroven. Ook was hij de schakel tussen Martijn W. en de andere verdachten James P. en Thomas L.

Levenslang

Rahim D. zorgde ervoor dat iedereen op de hoogte bleef zodat ze wisten het beoogde slachtoffer was. Volgens het OM had hij een actieve rol en heeft hij de feitelijke schietpartij in gang gezet. Hij ging met een wapen de confrontatie aan met Benbouker naast de auto, wat leidde tot het schieten door James P. Na de moord op Benbouker heeft Rahim D. bovendien geen moment geaarzeld om met de informatie die daar ter plekke naar boven kwam door te rijden naar het Burgtpad waar ook Koos en Bouhuijs werden gedood. Als Rahim D. nog had geleefd had het OM tegen hem levenslange gevangenisstraf geëist voor het medeplegen van drie moorden.

Beroepsmoordenaars

Het OM meent dat de verdachten die nu terechtstaan geen beroepsmatige huurmoordenaars zijn en dat het doden van het tweede en derde slachtoffer ingegeven werd door de situatie ter plekke. Er is op dit moment dan ook geen directe aanleiding te verwachten dat de verdachten na het uitzitten van een straf wederom levensdelicten gaan plegen. Bovendien heeft geen van de verdachten een strafblad voor geweldsdelicten. Daarom eist het OM geen levenslange straf voor de nog levende verdachten. Het OM zegt zich wel te realiseren dat de publieke opinie levenslange straf verwacht.