OM betreurt commotie over ‘staatsgeheim’

In een persbericht van donderdagavond zegt het Openbaar Ministerie de commotie die is ontstaan door de rubricering ‘staatsgeheim’ van de hoofdofficier van justitie in Groningen te betreuren. Het zogeheten OM-journaal in het onderzoek naar de dood van meisje Sharleyne was ‘staatsgeheim’, aldus de hoofdofficier. Hij gebruikte overigens de verkeerde categorie.

Wob-verzoek

De vader van Sharleyne heeft begin februari 2017 het verzoek gedaan aan het OM Noord-Nederland tot openbaarmaking van stukken die betrekking hebben op deze zaak. In de reactie op dit verzoek is door de hoofdofficier van justitie onder andere aangegeven dat het journaal dat door de officier van justitie is bijgehouden, niet wordt verstrekt. Daarbij wordt verwezen naar art. 11 van de  Wet openbaarheid bestuur (WOB): het journaal bevat persoonlijke beleidsopvattingen van de officier van justitie.

Overbodig

Het OM noemt het daarom ‘geheel overbodig’ dat het journaal de status heeft gekregen van staatsgeheim, maar dat is het wel, aldus het OM. De mate van beveiliging heeft niets te maken met de vraag of het document voor de WOB vrijgegeven kon worden. De hoofdofficier gebruikte overigens ook nog de verkeerde rubricering. Hij noemde het Stg-Geheim (Stg G) terwijl het OM-journaal de status Stg-confidentieel (Stg C) had moeten hebben, één niveau lager. Het hoogste beveiligingsniveau van staatsgeheim is Stg Zeer Geheim.