De rechtbank van Amsterdam heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie in het strafproces tegen Willem Holleeder geen verslag hoeft te doen van overleg en eventuele afspraken die de afgelopen maanden zijn gemaakt met Sonja en Astrid Holleeder.
Geen vragen
De advocaat van Willem Holleeder hadden de rechtbank vorige week hierom verzocht omdat ze wilden weten hoe het kwam dat de gezusters van 20 juli bij de rechter-commissaris geen vragen meer wilden beantwoorden terwijl ze twee weken lieten weten dat wel weer te willen doen. Toen de advocaten in juli vragen wilden stellen over een strafzaak rond de criminele erfenis van Sonja’s voormalige echtgenoot en Holleeders mede-Heineken-ontvoerder Cor van Hout beriepen de twee zich op hun zwijgerecht. Allebei waren ze verdachte in die zaak.
FIOD
De rechtbank vindt het verzoek ‘prematuur’. Dat geldt ook voor eventuele afspraken die zijn gemaakt met Holleeder’s voormalige vriendin Sandra den Hartog, die net als de zussen belastend over Holleeder heeft verklaard. Den Hartog is nog verdachte in een FIOD-onderzoek en heeft zich eveneens op haar verschoningsrecht beroepen. Holleeders advocaten wilden dat de rechtbank het OM zou opdragen om binnen een maand een besluit te nemen over de eventuele strafrechtelijke vervolging van Den Hartog, zodat het proces hierdoor geen vertraging zou kunnen oplopen. De rechtbank meent dat een dergelijke vervolgingsbeslissing is voorbehouden aan het OM.
De rechtbank nu in overleg met de procespartijen begin komend jaar afspraken maken over het vervolg van de behandeling. Het proces tegen Willem Holleeder gaat op 17 februari verder.
De laatste berichten over de zaak:
Wat u niet las over de Zaak-Holleeder (#1)