Kwestie-Baja: OM legt het (niet) uit

‘Het Openbaar Ministerie houdt de waarheid achter’, zei advocaat Nico Meijering donderdag ter zitting in de Passage-zaak. Het ging over de vraag waarom officier van justitie Betty Wind in februari 2010 aan getuige Q5 vraagt of de moordopdrachten werden gegeven in de Baja of in de BED, terwijl zij volhoudt pas in oktober te hebben beseft dat kroongetuige La S. niet over de Baja maar feitelijk over de BED spreekt. Lekker belangrijk, denkt u? Jawel, want het gaat om de geloofwaardigheid van een kroongetuige. En ook over de geloofwaardigheid van het Openbaar Ministerie. 

 

 

Daarom.

Vandaag moest het Openbaar Ministerie antwoorden op de vraag hoe het kan dat de recherche eind november 2009, na speciaal onderzoek, al wist dat de ‘Baja’ in Rotterdam, waar La S. steeds over sprak, eigenlijk de BED moest zijn. En bij de officieren dat besef pas in oktober 2010 was doorgedrongen.

Officier van justitie Hans Oppe zei dat de recherche die informatie gewoon niet had doorgespeeld aan de officieren: ‘niet de op de hoogte geweest.’

Zou kunnen.

Maar: indien in oktober pas ‘het besef’ doordringt dat La S. niet juist heeft verklaard over de Baja, en eigenlijk de BED bedoelt, waarom stelt Betty Wind dan al in februari de vraag aan anonieme getuige Q5 of hij/zij nu Baja of BED bedoelt?:

Ze zei toen: ‘U spreekt over de Baja Beach club. Doelt u daarmee op de “nieuwe” Baja Beach Club, de grote discotheek, die daadwerkelijk zo heeft of op “BED”, de voormalige Baja, die in de volksmond wel “de oude Baja” wordt genoemd?’

Goeie vraag. Hoe wist Betty Wind in februari 2010 zo goed de weg in Roterdam? Als ze niet op de hoogte was gebracht door het recente onderzoek van de recherche naar de begripsverwarring over de nachtclubs?

Betty Wind was juist vandaag jammer genoeg absent, maar de moedige Hans Oppe ging er nog eens extra recht voor staan en hij probeerde die wonderbaarlijke kennis over het Rotterdamse uitgaansleven die WInd in februari al etaleerde te verklaren:

‘Wij wisten gewoon al langere tijd dat er een Baja Beach Club bestond en een BED. Maar wij wisten toen nog niet van de begripsverwarring die later door La S. zou worden opgeworpen.’

Maar hoe wisten die officieren dan van de Baja en de BED? En hoe rijmt dat met de opmerking van het Openbaar Minsterie ter zitting in oktober dat het Openbaar Ministerie in Rotterdam de weg niet wist en juist dáárom ook nooit beseft had dat er een probleem lag met La S.’ verhaal over de Baja?

Letterlijk zei hij toen:

‘Wij zijn immers, zoals ik eerder heb aangegeven, ter plaatse [Rotterdam dus] niet bekend, net als overigens het Amsterdamse rechercheteam.’

En nu blijkt dat Oppe juist wel ‘al langer’ wist dat er een Baja en een BED was. 

”De eerste keer dat Q5 wordt gehoord vraagt het OM daar direct naar, maar de 1200 keer dat u La S. heeft gehoord vraagt u daar nooit naar,’ zei Meijering.

Heel normaal. Kan toch? Ja, zei Oppe, La S. had het toch ook al een keer over de oude Baja.

Als dat al zo zou zijn, ligt er nog een probleem. La S. heeft het woord BED nooit in de mond genomen. Hoe kwam dat woord dan terecht in de mond van Betty Wind in februari tijdens het verhoor van getuige Q5?

De rechtbank leek het ook allemaal niet zo goed te begrijpen. Binnekort besluit ze of de teamleider van het onderzoeksteam over de Baja-kwestie ter zitting moet getuigen. Hij kan dan mooi eens uitleggen waarom hij zo nalatig is geweest en zijn belangrijke kennis over het Rotterdamse uitgaansleven niet deelde met zijn officieren.

Want het zal toch niet zo zijn dat vijf officieren van justitie ter zitting meerdere malen, in commissie, hebben zitten liegen?

Zie ook:

Is het liegen of informatie achterhouden?