OM speelt kat en muis met verkrachter

Het Openbaar Ministerie heeft woensdag voor de Groningse rechtbank gevorderd dat de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) van een Duitse verkrachter wordt ingetrokken. Deze Herbert R. (63) kan tot nu toe door een maas in de Duitse wet in vrijheid blijven, ondanks overtreding van zijn voorwaarden.

Meisje

Herbert R. is in 2009 in hoger beroep veroordeeld tot twaalf jaar cel voor de ontvoering en verkrachting van een destijds 14-jarig meisje in Exloo, in 2007. De Hoge Raad verlaagde de straf tot 11,5 jaar. Dat leidde ertoe dat R. in augustus 2015, na het uitzitten van tweederde van zijn celstraf, in vrijheid werd gesteld, met een aantal bijzondere voorwaarden.

Voorwaarden

Eén van de voorwaarden was dat hij zich voortdurend onder toezicht van de Reclassering moest bijven stellen. Maar hij vertrok eind juli 2016 met onbekende bestemming. Hij was overgeplaatst naar een kliniek in Almelo voor behandeling en resocialisatie. Nadat hij was verhuisd hij naar een instelling voor begeleid wonen in Enschede verdween hij vijf dagen na aankomst.

R. schond daarmee een aantal voorwaarden. Het OM diende om die reden enkele dagen later, op 1 augustus 2016, een vordering in voor een gedeeltelijke herroeping van zijn v.i.. De rechtbank bepaalde dat de v.i. van R. voor een jaar werd herroepen.

Gehele herroeping

Een speciaal team van de Nederlandse en Duitse politie had Herbert R. inmiddels opgespoord in Duitsland.

Maar Duitsland levert geen eigen onderdanen uit aan een ander land om in dat andere land een straf uit te zitten. Vervolgens heeft het OM geprobeerd de herroepen v.i. van een jaar aan Duitsland over te dragen, zodat R. in Duitsland deze herroepen v.i. kon uitzitten. Ook dat lukte niet. In Duitsland is namelijk alleen een herroeping van de gehele v.i. mogelijk en niet een gedeeltelijke voor een jaar.

Om deze reden eiste het Openbaar Ministerie woensdag bij de rechtbank dat de gehele v.i. van Herbert R. wordt herroepen. Als de rechtbank deze vordering toewijst, dan zal het OM de geheel herroepen v.i. overdragen aan Duitsland. Duitsland kan R. dan vastzetten zodat R. het derde deel van zijn straf van 11,5 jaar nog uit zal moeten zitten in Duitsland.

De rechtbank doet op 18 januari uitspraak.