OM verliest coffeeshop-zaak

Het gerechtshof in Den Haag heeft donderdag de eigenaar van coffeeshop Checkpoint in Terneuzen, en 16 medeverdachten in de zaak, vrijgesteld van vervolging. Het Openbaar Ministerie is niet ontvankelijk in de zaak. Dat is een belangrijke tegenslag voor het anti-coffeeshopbeleid in de grensstreek. Het hof stelt dat Checkpoint niet plotseling kan worden vervolgd terwijl er jarenlang niet werd ingegrepen.

 

Volgens het hof wisten zowel de gemeente Terneuzen en het Openbaar Ministerie al jaren dat Checkpoint een grotere hoeveelheid softdrugs in voorraad had dan was toegestaan en al die jaren werd nooit ingegrepen.

Checkpoint was voor de sluiting de grootste coffeeshop van het land met dagelijks meer dan 2000 klanten, voortal uit België en Frankrijk.

Eigenaar Meddie W. en zijn medeverdachten vormden volgens het OM een criminele organisatie omdat de inkoop en verkoop bijzonder grootschalig was geregeld. Zeker 140 kwekerijen zouden leveren aan Checkpoint. Dat stemde niet overeen met kleinschaligheid die wordt nagestreefd in het Nederlandse gedoogbeleid.

‘De lokale overheid had zelf de grenzen sterk verlegd,’ concludeert het gerechtshof. Want in 2005 werd een vergunning gegeven voor de nieuwbouw van Checkpoint en werd direct een parkeerplaats aangelegd om de stroom toeristen ruimte te bieden, en werd wegbewijzering geplaatst.

De gemeente wist ook dat er een miljoeneomzet was en dus dat het gedoogbeleid met voeten werd getreden.

‘Er is lange tijd bewust weggekeken door de gemeente, de politie en het OM,’ schrijft het hof.