Als het waar is dat een observatie-team van de Nationale Recherche de beoogde afspraak tussen Hillis en G. in de gaten hield dan moet er haast wel een onderzoek van het landelijk parket hebben gelopen naar ofwel Hillis ofwel naar G. De advocaat van Stanley Hillis was Mark Teurlings. Volgens hem liepen er voortdurend onderzoeken naar zijn vroegere cliënt. ‘We gingen er altijd van uit dat er een onderzoek liep.’ In december 2007 was er een inval in de Amsterdamse woning van Hillis door de Nationale Recherche. In dat zogenoemde Goya-onderzoek was de verdenking dat Hillis betrokken zou zijn bij liquidaties, witwassen en lidmaatschap van een criminele organisatie.

Er is nooit meer duidelijkheid gekomen over deze verdenkingen doordat het Openbaar Ministerie het onderzoek seponeerde.

Kort daarop liep er in 2009 een onderzoek door het Amsterdams parket tegen Hillis dat zich met name richtte op financiële zaken. Hillis werd op 30 juli 2009 aangehouden en onder meer zijn gepantserde bmw werd in beslag genomen. Op dat moment zei Hillis te vrezen voor een liquidatie en hij eiste die bmw in verband daarmee terug, toen dat onderzoek op niets uit leek te lopen.

Maar hij kreeg die auto niet terug omdat het parket het belang van het onderzoek hoger achtte dan het persoonlijke belang van Hillis.

Volgens advocaat Teurlings trad overigens daarna een periode van relatieve rust in en maakte Hillis zich veel minder zorgen over zijn veiligheid. Ten onrechte zo bleek op maandag 1 februari.

Tegen Donald G. liep enige jaren geleden een strafrechterlijk onderzoek naar onder meer afpersing. 

De naam G. valt ook in een onderzoek naar de Zandvoortse kroongetuige Remko van L. die vorig jaar met zijn gezin opgenomen werd in een getuigenbeschermingsprogramma.