Het onderzoek naar drugshandel en andere criminele activiteiten door de Bandidos in Limburg is op gang gekomen na een Belgisch onderzoek naar een drugslijn tussen Zuid-Amerika en België en Nederland. In april 2014 kwam er een Belgisch rechtshulpverzoek bij Nederland binnen over Marco H., de vice-president van de Bandidos.
Dat schrijven de Limburgse kranten op basis van stukken uit het politiedossier. De 48-jarige H. heeft samen met zijn vrouw een exportbedrijf in Colombia. Volgens het parket in Gent zou H. coke verschepen naar Antwerpen en Rotterdam. De drugs zou worden verstopt in containers met daarin onder meer mango’s.
Drugs nooit onderschept
Het is niet duidelijk hoe de Belgische politie dat weet; er zijn nooit ladingen onderschept. Maar de tip van de Belgen zijn wel aanleiding voor de politie in Nederland om een onderzoek op te starten naar H. Hij werd maandenlang gevolgd en afgeluisterd. Daardoor kwamen ook andere Bandidos bij de politie in beeld.
Op 27 mei van dit jaar deed de politie op meerdere plaatsen in Limburg invallen bij voornamelijk leden van de Bandidos. Daarbij werd H. gearresteerd, net als Harrie Ramakers, de president van de Limburgse Bandidos. Eerder werd al duidelijk dat Ramakers wordt verdacht van drugssmokkel naar Denemarken.
‘Niet noemenswaardig’
H. wordt ook in verband gebracht met de vondst van een lading wapens. De wapens werden ook gevonden bij de invallen, maar de kelderbox waarin ze lagen stond op naam van iemand die geen lid is van de Bandidos. Volgens de politie heeft H. echter nauwe banden met de eigenaar van de garagebox. Zelf zegt H. dat hij alleen met de man heeft gesproken over een auto.
Volgens Gitte Stevens, H.’s advocaat, is de rol van haar cliënt in het Belgische drugsonderzoek ‘niet noemenswaardig’, en zijn er niet genoeg concrete verdenkingen om ‘het machtsvertoon’ waarmee de verdachten in mei zijn gearresteerd te rechtvaardigen.