‘Politie discrimineert in Nederland structureel’

Discriminatie en willekeur komen veel voor in Nederlandse politiekorpsen, blijkt uit onderzoek waarover dagblad Trouw dinsdag publiceert. Het is volgens de onderzoeker een structureel verschijnsel. 

Gedoemd

Paul Mutsaers van Tilburg University en de Politieacademie deed onderzoek naar discriminatie door Nederlandse agenten. Volgens de onderzoeker zijn agenten “gedoemd” tot het hebben van vooroordelen, omdat ze nu eenmaal altijd moeten handelen vóórdat een rechter kan beoordelen of er sprake is van strafbare feiten.

Keihard doelgroepenbeleid

Volgens Mutsaers hanteert de politie een ‘keihard doelgroepenbeleid’. Hij liep anderhalf jaar met agenten mee op drie plaatsen in Nederland, interviewde ruim tachtig agenten in vijftien grote steden en liet twintig agenten dagboeken bijhouden. Mutsaers concludeert dat het niet zo erg is als in de VS, maar spreekt wel van ‘een glijdende schaal’:

Wat hier wel gebeurt: collega’s van allochtone agenten hangen op het prikbord krantenberichten op waarop koppen die negatief zijn over de islam of migranten zijn omcirkeld. En bij meer dan de helft van de verkeerscontroles die ik heb meegemaakt, zeker tientallen keren, werd vooraf een etnische doelgroep bepaald. Meestal richtte men zich op jongeren van een aantal etniciteiten: Marokkaans, Turks en Surinaams, bijvoorbeeld. Als het raampje omlaag ging en er zat een autochtone Nederlander, dan kreeg die te horen: ‘U mag doorrijden, u behoort niet tot onze doelgroep.’

Onontkoombaar

Richt de politie zich op die groepen vanwege de cijfers, of komen die groepen meer voor in de cijfers doordat de politie zich vaker op hen richt?. Dat is volgens Mutsaers de vraag. Agenten gebruiken hun vooroordelen functioneel bij het werk, dat is ook een beetje onontkoombaar:

Agenten zijn de afgelopen tien jaar getraind om op hun eigen ideeën, vakmanschap en onderbuikgevoel af te gaan, in plaats van op de regels. Vervolgens misbruikt een deel van hen hun discretionaire ruimte.

Stopformulier

Wat kan de politie ertegen doen om te zorgen dat agenten bij aanhoudingen niet over de streep gaan. Mutsaers denkt aan een “stopformulier”, dat agenten moeten invullen om te registreren waarom ze iemand hebben aangehouden.

Maar er is ook sterk leiderschap nodig. Tegenwoordig is ook bij de politie het zachte, dialogische leiderschap populair. Maar je moet durven op te treden tegen discriminatie. Het gaat verdorie om artikel 1 van onze grondwet. We hebben een politie nodig die uniform handelt, zonder aanziens des persoons.

Bezorgd

In 2013 was bijna de helft van alle aangehouden verdachten allochtoon en een derde van het totaal was van niet-westerse afkomst. Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie toonde zich vorige maand al bezorgd over discriminatie binnen politiekorpsen. ‘Er sluipt een gif onze organisatie binnen. Het gif van de uitsluiting’. Dinsdag reageerde de Nationale Politie afwijzend op het onderzoek. De  conclusie dat discriminatie ‘structureel’ voorkomt en dat de politie een ‘keihard doelgroepenbeleid’ voert herkent Gerard Bouman niet.

Het thema gelijkwaardigheid, dat ook de aanpak van discriminatie omvat, staat hoog op de agenda bij de politie. Mechanismen van in- en uitsluiting verdienen serieuze aandacht. De analyse en oplossingsrichting van Mutsaers herkennen we niet direct, maar wij gaan met hem in gesprek. De korpsleiding wijst discriminatie in welke vorm dan ook af. Het past niet bij de kernwaarden van de politie.