Politie schoot 158 keer in 2014

Politieagenten hebben in 2014 158 keer hun vuurwapen gebruikt. Daarbij waren 70 waarschuwingsschoten en 61 gevallen van serieus gerichte schoten (zogeheten “ernstvuur”). Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Politie.

Hond

Rotterdamse agenten schoten het meest: 40 keer. In de Eenheid Amsterdam ging het om negentien schietincidenten. Hun collega’s in de Eenheid Noord-Holland gebruikten het dienstwapen (de Walther P99Q, foto) slechts twee keer en daarmee het minst van alle eenheden. Bij de acht incidenten van de Eenheid Limburg is niet geregistreerd of het waarschuwingsschoten dan wel gerichte schoten betrof. Ernstvuur betekent overigens niet altijd dat de politie op een verdachte heeft geschoten. Agenten gebruikten hun dienstwapens bijvoorbeeld ook om een agressieve hond uit te schakelen (Eenheid Oost-Brabant) of een losgebroken koe te doden (Eenheid Amsterdam).

Rijksrecherche

Agenten schoten in totaal vijf keer een combinatie van waarschuwingsschoten en ernstvuur af. Viermaal ging een wapen onbedoeld af. De Rijksrecherche onderzocht vorig jaar in totaal 33 schietincidenten waarbij politiemensen waren betrokken. Dat is een standaardprocedure als door het gebruik van dienstwapens gewonden of doden vallen. Het Openbaar Ministerie beslist uiteindelijk over eventuele strafrechtelijke vervolging van de betrokken politiemensen. In december kreeg een agent een maand cel voor poging tot doodslag. Hij had in Rotterdam op een automobilist geschoten en zich daarbij volgens de rechtbank niet aan de voorschriften gehouden. In Arnhem kreeg een agent vorig jaar een voorwaardelijke werkstraf voor poging tot doodslag.

Diepe sporen

Korpschef Gerard Bouman zegt dat agenten erop getraind zijn de-ascalerend op te treden. Hij ergert zich er aan dat agenten die schieten als een verdachte worden behandeld:

‘Dat doet geen recht aan de situatie. Ik vind het volstrekt normaal dat wij verantwoording afleggen over ons handelen en dat een rechter dit toetst. Maar de huidige wetgeving maakt geen enkel onderscheid tussen iemand die uit veiligheidsoverwegingen geweld toepast en het gewelddadige gedrag van een doorsneecrimineel. Dat is voor mij en mijn collega’s lastig te verteren.’

Het aanmerken van een politieman of -vrouw als verdachte laat altijd ‘diepe sporen’ na, zegt Bouman. Hij wil dat agenten niet meer volgens het bestaande strafrecht worden vervolgd maar dat er specifieke regels voor agenten komen.