Rechtbank verbiedt opnames Vaatstra-zaak

De rechtbank in Leeuwarden heeft een een verzoek van Omroep Friesland om de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen verdachte Jasper S. zo uitgebreid mogelijk te registreren en live uit te zenden afgewezen. Reden is dat de rechtbank de bespreking ter terechtzitting van ‘de schending van de lichamelijke integriteit’ van het slachtoffer niet wil verspreiden. 

De rechtbank wil uit respect voor het overleden slachtoffer ‘voorkomen wat Marianne met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zelf niet gewild zou hebben.’ De zaak tegen Jasper S. dient aanstaande donderdag.

Volgens de voorzitter van de kamer die de zaak behandelt zullen in het onderzoek ter terechtzitting ‘ook de intieme plaatsen van haar lichaam’ onderwerp van bespreking moeten zijn.

De rechtbank: ‘Marianne was ten tijde van het delict een meisje van 16 jaar. Er mag van worden uitgegaan dat meisjes van die leeftijd zich ten diepste generen wanneer zij feiten betreffende de voorgenoemde schending van hun lichamelijke integriteit, via audiovisuele middelen zouden moeten delen met een groot publiek. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit voor Marianne anders zou zijn geweest.’

Indringende berichtgeving

De rechtbank noemt de berichtgeving van audiovisuele media ‘vele malen indringender dan berichtgeving door de schrijvende pers’ en ziet ook ‘een risico’ dat de beelden zullen worden verspreid via het internet.

De rechtbank neemt ook mee in de overweging dat verdachte Japser S. heeft laten weten dat hij geen verklaring zal afleggen als zijn stem wordt opgenomen. De rechtbank vindt dat door het zwijgen van de verdachte wordt het proces van de waarheidsvinding zou worden verstoord. En dat het belang van de waarheidsvinding zwaarder dient te wegen dan het belang van de audiovisuele openbaarheid.

Kwartier vertraging

Overigens mogen de opkomst, de voordracht door de officier van justitie en het requisitoir en pleidooi wel gefilmd worden en met een vertraging van ongeveer een kwartier worden uitgezonden. Incidenten op de zitting en namen kunnen en moeten van de rechtbank in dat kwartier uit het beeld- en geluidmateriaal verwijderd worden.

Wat betreft wet- en regegeving baseert de rechtbank zich op de persrichtlijn van 1 maart 2013. En verder op de artikelen 269 en 272 van het Wetboek van Strafvordering, de artikelen 6 en 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de artikelen 1 en 16 van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind.