De transactieovereenkomst die Sonja Holleeder in 2011 met het Openbaar Ministerie sloot als verdachte van witwassen in het onderzoek naar de erfenis van haar man en Heineken-ontvoerder Cor van Hout wordt niet gevoegd bij het strafdossier tegen Willem Holleeder. Dat heeft de rechtbank Amsterdam dinsdag besloten.
Verschoningsrecht
De advocaten van Willem Holleeder wilden inzage in de overeenkomst. Ook hadden ze de rechtbank verzocht te bepalen dat Sonja Holleeder bepaalde vragen van de verdediging van haar broer moet beantwoorden. Dat weigerde de getuige met een beroep op haar verschoningsrecht. Ze hoeft zichzelf als getuige niet te belasten. De rechtbank vindt dat dit recht haar toekomt, ondanks het feit dat het Openbaar Ministerie heeft gesteld dat zij geen verdachte meer is.
Advocaat Sander Janssen tegen Crimesite:
In de overeenkomst staat dat als de feiten in haar zaak anders blijken te liggen, Sonja Holleeder alsnog vervolgd kan worden. Het OM had ook kunnen zeggen: we gaan u hoe dan ook niet meer vervolgen, maar dat doen ze niet. En daarmee zijn ze onderdeel van het probleem, ze zorgen ervoor dat hun eigen getuige niet gehoord kan worden.
Binnen het Openbaar Ministerie vindt nog overleg plaats over de vraag of er nog verandering komt in het standpunt.
Geheim
Tijdens ondervragingen deze zomer bij de rechter-commissaris staakten de advocaten van Holleeder het verhoor toen Sonja Holleeder volgens hen geen enkele vraag meer wilde beantwoorden, met telkens een beroep op haar verschoningsrecht. Ook Astrid Holleeder wil geen antwoorden meer geven.
Hun standpunt heeft mogelijk ook te maken met het gegeven dat de verklaringen van Willem Holleeder geheim gehouden worden totdat het verhoor van de gezusters is voltooid.
Holleeder’s advocaten vinden dat Holleeder geen eerlijk proces krijgt als de zussen niet zonder beperkingen kunnen worden ondervraagd, en dus ook over het geld waarover Cor van Hout en Sonja Holleeder beschikten.
Voorlopig blijft de kwestie dus hangen in een impasse en ligt de zaak stil.
Zie ook: