De ELN zegt snelle vrijlating van de twee ontvoerde Nederlandse journalisten Spoorloos-presentator Derk Bolt en zijn cameraman Eugenio Follender te willen bewerkstelligen. Dat heeft de beweging woensdag op zijn website, vanuit de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito bekendgemaakt.

Gewapend conflict

De guerillabeweging (Ejército de Liberación Nacional) zegt onderzoek te doen naar de ontvoering van de Nederlanders en te bezien wie hen in handen heeft. Volgens de beweging is er in het gebied sprake van ‘een gewapend conflict’. Daardoor kan het in verband met de veiligheid geboden zijn om preventief de vrijheid van personen van buiten het gebied ’tijdelijk’ in te perken. Door ‘de afwezigheid van snelle communicatiemiddelen hebben we nog niet intern kunnen bevestigen wie hier verantwoordelijk voor is’, aldus de verklaring, ‘als het onderzoek is voltooid is het beleid van de ELN om zich te houden aan het garanderen van de veiligheid van personen en de persvrijheid en te voldoen aan een snelle bevrijding in samenwerking met de betrokken humanitaire commissie.’

De ELN waarschuwt dat leger en politie zich niet met de zaak moeten bemoeien.

Bemiddeld

In Colombia circuleerden woensdag berichten dat de ontvoerde Spoorloos-presentator Derk Bolt en zijn cameraman Eugenio Follender snel vrij kunnen komen. Maar het was niet bevestigd dat er contact is gelegd met de kidknappers.

Richard Claro, een lid van één van de humanitaire commissies die soms contacten onderhouden met gewapende groepen als de ELN, heeft aan Caracol Radio gezegd dat de twee mogelijk zelfs al vandaag vrijkomen. Er zou zijn bemiddeld in de zaak. Volgens Claro zijn ze zaterdag gevangen genomen in het dorp Versalles in de gemeente Tibú in het departement Norte de Santander. De ELN-groep die de ontvoering uitvoerde zou de Personería de Tibú zijn.

Geen bevestiging

Maar andere Colombiaanse media melden dat er geen bevestiging was dat er contact is gelegd met de groep die de Nederlanders in handen heeft. De Nederlandse ambassadeur in Colombia Jeroen Roodenburg zou in de regio aanwezig zijn.

Edgar Andrés Pallares, secretaris van het departement Norte de Santander, heeft gezegd dat er ‘verschillende actie van humanitaire aard’ in de regio aan de gang zijn. Het leger zou hierbij terughoudend en faciliterend optreden.

De streek waar de twee Nederlanders zijn ontvoerd is bergachtig en moeilijk toegankelijk. Het ligt in het noordoosten van het land tegen de Venezolaanse grens. Er wordt coca verbouwd en er zijn veel laboratoria om cocaïne-pasta en cocaïne te maken. Meerdere gewapende groepen zijn in de streek actief.