In een zaak waarin de recherche afgeluisterde telefoongesprekken in belastende zin verkeerd had geverbaliseerd is de verdachte uiteindelijk toch veroordeeld. De rechtbank Alkmaar kwam wel tot een lagere straf: een maand.

Door @Wim van de Pol

In navolging van het Openbaar Ministerie en de rechtbank oordeelde het gerechtshof vorig jaar dat in de zaak van een kleine drugsdealer de taps niet bewust verkeerd waren uitgewerkt.

Dat was opmerkelijk omdat er een kleine kans lijkt te zijn dat alle fouten bij toeval zijn gemaakt. Er stond in een proces-verbaal bijvoorbeeld te lezen:

Dealer is er. Zelfde plek als vorige keer

Dat was was wel geverbaliseerd maar het was niet te horen op het geluidsmateriaal. Ook in een ander gesprek bleek de tekst die in het proces-verbaal stond geheel anders dan op het audio te horen was. Zo bleek ook aan de rechters ter zitting.

Op twee opnames werd niets gezegd, het nummer dat wordt gebeld werd niet opgenomen en evenmin werd een voicemail ingesproken. Niettemin beschreef de politie een drugsgerelateerde inhoud. Slechts één voorbeeld: ‘NN man zegt dat ie een half boekje heeft gekregen‘.

Drie gesprekken bleken weliswaar juist te zijn weergegeven, maar toch “gekleurd” in het nadeel van de verdachte in samenhang gezien met gesprekken die wel onjuist waren weergegeven.

De rechtbank had het Openbaar Ministerie vanwege die vergaande fouten niet ontvankelijk verklaard.

Verbazing

In overleg met het Openbaar Ministerie werd door de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) van de politie eenheid Noord-Holland onderzoek gedaan. Het VIK-rapport constateerde een verregaande slordigheid in het bijhouden van getapte nummers, en de inhoud en de personen die eraan moesten worden gekoppeld.

Maar de conclusie was toch dat er geen opzet in het spel was geweest. Dit tot grote verbazing van de bij de zaak betrokken advocaten.

Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep.

Terugverwezen

Het gerechtshof Amsterdam vond de onjuiste en onvolledige wijze van verbaliseren wel een “vormverzuim” maar vond niet dat het onherstelbaar was. Ook ging het hof mee in de conclusie van het politierapport dat er geen opzet was geweest.

De opnamen van de tapgesprekken waren inmiddels aan het dossier toegevoegd. Daardoor kan de rechter die nu wel onderzoeken om zich een oordeel te vormen over de bewijswaarde ervan. Het hof besloot dat er geen grond aanwezig is het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. De zaak werd teruggewezen naar de rechtbank Alkmaar.

In het nieuwe vonnis veroordeeld de rechtbank de verdachte tot één maand cel, voor het dealen van harddrugs gedurende één jaar en bezit van xtc en cocaïne, veel lager dan geëist.