Toen was vechten heel gewoon

Het is de armste buurt van Haarlem: Parkwijk. Ooit was het een broeinest van criminaliteit. Inmiddels zijn de ergste daders uit de kweekvijver van zware jongens geliquideerd of door zelfmoord omgekomen. Topcrimineel Rodney Geijsen is ook uit het leven gestapt, maar dan figuurlijk. Hij zegt weer op het rechte pad te zijn. Morgen vertelt hij in het Haarlems Dagblad over zijn carrière in de misdaad, vandaag over zijn Haarlemse wortels.

Door Silvan Schoonhoven

'Parkwijk was een echte volkswijk, kwam je er niet vandaan dan had je er niets te zoeken. Als de politie achter je aan zat, kon je zo maar ergens naarbinnen rennen en via de achtertuin je bij een ander op zolder verstoppen.'

Brandbom

Een woonschool was het, een ruim opgezette enclave waar asocialen of 'ontoelaatbaren' tot modelburgers werden omgevormd – in theorie dan. De harde realiteit werd in 2012 nog belicht in het boek De Woonschool van Christel Jansen en in de theatervoorstelling. 'Winterbos'. Maar het sociale experiment om de onaangepasten in het gareel te krijgen, bleek al snel na de start in 1960 mislukt.

Paul Witteman

Rodney Geijsen is daar een product van. Als kind werd hij mishandeld en zo werd geweld iets vanzelfsprekends. 'Als je bij ons op het pleintje stond, was de kans groot dat je met iemand uit een andere buurt ruzie kreeg. Je stond altijd wel tegenover iemand.' Televisiepresentator Paul Witteman kwam daar achter toen zijn dochter de verkering verbrak met een jongen uit Parkwijk. Op 8 oktober 1989 kreeg hij een brandbom door de brievenbus. 'Als je ruzie kreeg met iemand uit de wijk, had je ruzie met iedereen.'

Uitkijk

Geijsen kan zich bijna geen leeftijdgenootjes herinneren die niet op de een of andere manier in de criminaliteit kwamen. 'Zo'n beetje iedereen boven de tien en onder de zestig zat hier in verkeerde zaakjes.' De kleine Rodney begon als degene die op de uitkijk stond terwijl anderen inbraken. 'Maar ik was snel van de hoek af. Daarna ging ik met jongens uit andere steden werken, we beroofden een wapenwinkel in België en dat vonden zelfs de jongens uit Parkwijk too much. Maar daardoor steeg ik wel boven de rest uit.'

Rinus

Een van de jeugdvrienden waarmee het slecht afliep heette Rinus Holman. Die werd in 2000 in Purmerend doorzeefd in zijn Mercedes. Naast hem zat zijn vriendin Orminda Soerel, zus van topcrimineel Dino. Zij raakte lichtgewond. Het stel zou gaan trouwen. 'Het gezin had zeven broers en je moest geen ruzie krijgen met een van hen. Ik ging heel goed met hen om. Rinus was m'n vriend, maar hij had het ook anders op kunnen lossen. Dat deed hij niet. Orminda kreeg nog een kogel in haar been. Er zijn veel mensen van verdacht geweest, zoals Polletje, een van de moordenaars van Club Esther. Nu ligt de zaak onopgelost op de plank.'

Gekkenhuis

Voor zijn eerste gevangenisstraf hoefde hij niet ver. Zeker veertig mannen uit Parkwijk zaten in de Koepelgevangenis. Hij had er zo veel vrienden binnen dat hij buiten eigenlijk niets meer te zoeken had. De Extra Beveiligde Inrichting, kortweg EBI, waar hij later in zijn loopbaan vanwege vluchtgevaarlijkheid belandde, paste eigenlijk nóg beter bij hem. Zo goed dat hij daarna niet meer kon aarden in normale gevangenissen. 'De EBI is doodstil. Daar zitten de echte boeven, die zijn rustig. Gewone inrichtingen zitten vol idioten. Iedereen schreeuwt tegen elkaar. Ik zei toen ik weer in een gewone gevangenis zat: haal me weg uit dit gekkenhuis.'

Terug

Vorig jaar was Geijsen weer even terug in zijn Parkwijk. De huizen staan er nog precies zo bij, het tuinbankje waarop hij zat, staat nog in de voortuin. Maar de bevolking is onvergelijkbaar. 'Mijn moeder was niet-Nederlands, er was nog één Marokkaanse familie en voor de rest was het een Nederlandse volkswijk. Nu is het grotendeels buitenlands en is de criminaliteit wel grotendeels weg uit de wijk, denk ik.'

In het Haarlems Dagblad van morgen vertelt Geijsen hoe hij afgleed naar de misdaad maar er uiteindelijk genoeg van kreeg. Nu wil hij jongeren waarschuwen dat misdaad niet loont.