Verhoren in Oekraïne om Nederlandse kunstroof

De Nederlandse recherche heeft de extreem-rechtse Oekraïnse politicus Oleh Tyhanybok verhoord voor zijn rol in de kunstroof uit het Westfries Museum. Dat meldt De Telegraaf. De telefoon van Tyhanybok is afgeluisterd, en daarop heeft hij gesproken over de 24 schilderijen die in 2005 uit het museum werden geroofd.

Dat schrijft De Telegraaf op basis van bronnen in Kiev. De extreem-rechtse politicus zou een leider van een nationalistische militie naar de Nederlandse ambassade hebben gestuurd om over de doeken te onderhandelen. De leider van de militie werd eerder al ondervraagd.

Vijf miljoen euro

Eerder werd al duidelijk dat de doeken in handen van Oekrainers waren, die vijf miljoen euro voor de doeken vragen. Het gaat om een nazistische rebellengroep die tegen de Russen strijdt. Zij zeggen de doeken te hebben gevonden in een huis van iemand uit de kringen van de afgezette president Janoekovitz, en vragen vindersloon.

Het museum is echter niet bereid zoveel geld op tafel te legen, en wil alleen een onkostenvergoeding betalen. De militie zou daarop hebben geprobeerd de doeken in het illegale circuit te slijten.

Dieven sloten zich in

De werken werden in de nacht van 9 op 10 januari 2005 uit het museum gestolen. De dieven hadden zich in die nacht laten opsluiten in het gebouw, en toen het beveiligingssysteem uitgeschakeld. Ze haalden werken van onder meer Jan van Goyen uit 1632 en Hendrik Bogaert (uit 1671-1675) weg. Ook werd zilverwerk gestolen. Destijds werd de waarde van de buit in totaal op zo’n 10 miljoen euro geschat.