Vrijspraak na ‘onbevoegde’ politiecontrole

Het gerechtshof in Den Bosch heeft deze week een drugsverdachte vrijgesproken in een zaak waarin de politie drugs vond tijdens een controle voor de Wegenverkeerswet. Er was geen reden voor identiteitscontrole van de bijrijder en controle van een handschoenenvakje. 

Door @Wim van de Pol

Het bewijs was volgens het gerechtshof onrechtmatig verkregen. De kwestie is actueel in de  discussie of en hoe de politie inzittenden van auto’s mag controleren. Er worden soms grote geldbedragen of drugs gevonden na verkeerscontrole. De vraag is of dat rechtmatig is. Meestal strijken rechters met de hand over het hart maar in dit geval niet.

Verdachte bewegingen

Twee agenten hadden van een wijkagent in Waalre de melding gekregen dat er bij een appartementencomplex op de Brabantialaan mogelijk in drugs werd gehandeld. Er deden zich daar van allerlei verdachte bewegingen voor, bijvoorbeeld mensen die steeds een flat binnengingen via een balkon en een camper op een parkeerplaats waar mogelijk werd gehandeld. Op 6 mei 2014 vorig jaar hielden de agenten een auto staande met mensen die uit de flat kwamen en ‘schichtig’ hun kant op hadden gekeken.

Sporttas

Er was ook een zwarte sporttas in de kofferbak van de auto gezet. De agenten gingen naar eigen zeggen vervolgens over tot een controle van de naleving van de Wegenverkeerswet. De bestuurder overhandigde een geldig rijbewijs en kentekenpapieren. De agenten vroegen of ze in de zwarte tas mochten kijken en de bestuurder weigerde dat.

Legitimatiebewijs

Aan de bijrijder werd gevraagd of hij een legitimatiebewijs bij zich had maar dat was niet het geval. Vervolgens heeft de bijrijder op vraag van de verbalisant wel zijn personalia opgegeven. De agenten raadpleegden de computer. De man bleek gehoord te zijn in een drugsonderzoek en een andere inzittende had drugsantecedenten.

Identiteitsfouillering

Vervolgens werd de bijrijder gevorderd om inzage in zijn legitimatiebewijs maar hij kon daar niet aan voldoen omdat hij immers geen identiteitspapieren bij zich had. Na een identiteitsfouillering, die niets opleverde, heeft een agent in het dashboardkastje van de personenauto gekeken op zoek naar een identiteitsbewijs van de bijrijder. Hij vond daarin twee joints. Vervolgens eisten de agenten dat de mannen alle drugs zouden overleggen. Ze zeiden dat ze niks hadden. Daarna openden de agenten de kofferbak en ze vonden een zwarte tas met wiet.

Niet bevoegd

Uit het arrest:

Het hof overweegt dat uit de melding van de buurtbrigadier niet kan worden afgeleid dat er een verdenking bestond van een overtreding van de Opiumwet. Voorts levert het enkele feit dat een viertal personen uit een personenauto stapt, een flat binnengaat en dat vervolgens slechts twee personen terugkeren in het bezit van een zwarte sporttas evenmin een aanwijzing op voor een redelijke verdenking van een overtreding van de Opiumwet.

Volgens het hof was er voor de politie geen aanleiding om de identiteit van de bijrijder, later de verdachte, te controleren op grond van de Wegenverkeerswet. Dat hij gehoord was in een drugsonderzoek was onvoldoende voor het aannemen van een redelijk vermoeden van schuld en was er dus geen noodzaak voor de fouillering en was er geen bevoegdheid om het dashboardkastje te doorzoeken. Het aantreffen van de joints was onrechtmatig. De verdachte werd vrijgesproken.

Zie het arrest.