Vrijspraak voor liquidatiepoging (COLUMN)

Verdacht van een liquidatiepoging uitgevoerd met een AK47, ook wel vernoemd naar zijn beroemde ontwerper Kalashnikov, zat mijn cliënt maanden in voorarrest. Een van de redenen was dat hij tijdens een afgeluisterd “ovc-gesprek”.

Door Arthur van der Biezen

Hij zou in de bezoekzaal van de Penitenitaire Inrichting tegen zijn zoon hebben gezegd: ‘…een half uur hebben we staan schieten…’. Keer op keer werd deze zin in raadkamer door de officier van justitie naar voren gebracht, en gepresenteerd als een ‘heldere bekennend verklaring’.

Context

“We” hebben staan schieten duidt inderdaad op betrokkenheid. Maar geconfronteerd met deze zinsnede in het dossier steigert cliënt en deelt mij mede dat hij dat onmogelijk gezegd kan hebben: ‘Ik heb enkel tegenover mijn zoon kenbaar gemaakt waarvan ik wordt verdacht….niets meer’. Hij dringt aan op het beluisteren van de ovc-gesprekken, daaruit zou moeten blijken in welke context hij wat gezegd heeft.

Cruciaal verschil

Na herhaald aandringen bij de officier van justitie ontvang ik na lang wachten het betreffende gesprek op dvd. Wat blijkt ? Het woordje “we” komt in het hele gesprek niet voor. Te horen valt wel: ‘…een half uur op elkaar lopen schieten…’. Een cruciaal verschil. Van directe betrokkenheid door het woordje “we” is het gesprek meer een algemene weergave van wat er volgens omstanders en getuigen die is dag is gebeurd.

Misleid

Verdediging en Rechtbank zijn simpelweg misleid. Cliënt heeft inderdaad slechts aan zijn zoon passages uit het dossier voorgehouden. Gewapend met een oude laptop ga ik naar de zitting en speel het ovc-gesprek voor de rechtbank af. De voorzitter beaamt dat de mededeling “we” in het gesprek niet voorkomt. Na een halfuur in raadkamer te zijn geweest oordeelt de rechtbank dat cliënt onmiddellijk in vrijheid gesteld moet worden wegens het ontbreken van ernstige bezwaren.

Gewoon door

Ondanks deze afgang voor het OM gaat men gewoon door met de vervolging van cliënt.
Op de inhoudelijke zitting wordt er drie jaar gevangenisstraf tegen hem geëist. Ondanks het feit dat men inmiddels weet dat hij in de beschoten auto heeft gezeten. Het OM komt met een vergezochte juridische redenering. Ondanks dat duidelijk is dat hij in de beschoten BMW heeft gezeten zou hij met een andere inzittende ‘nauw en volledig hebben samengewerkt’
bij het ’terugschieten’ op de twee auto’s die hen belaagden. Een verregaande theoretische redenering.

Ongewisse

De rechtbank maakt er gelukkig korte metten mee en oordeelt:

De rechtbank stelt vast dat omtrent de aanleiding tot en de gang van zaken ten tijde van de schietpartij weinig (betrouwbare) informatie voorhanden is, doordat de betrokkenen bij het schietproces zich op hun zwijgrecht beroepen dan wel in een zeer laat stadium – toen het technisch onderzoek praktisch was afgerond – een verklaring hebben afgelegd met de bedoeling zichzelf te ontlasten. Wat er aan het schieten precies is voorafgegaan en wat er bijvoorbeeld gezegd is in de auto waarin verdachte zat, is in het ongewisse gebleven.

En de rechtbank komt dan tot vrijspraak voor cliënt omdat: ‘Het enkel als passagier aanwezig zijn in de BMW …ten tijde van het schieten….geen medeplegen oplevert…’. Deze week bereikte mij de mededeling dat de officier géén hoger beroep heeft aangetekend. Cliënt is definitief van de zaak af.

Alle berichten door Arthur van der Biezen.

Arthur van der Biezen is strafadvocaat te Den Bosch.