De wapenvoorraad die vorig jaar in Loosdrecht is gevonden, is volgens de drie verdachten ‘oude troep’ van hun vader. Twee van de broers zijn wapenliefhebbers, net als hun vader. Het huis is volgens de verdachten van hun ouders, dat zij hebben verkocht. De wapens lagen op zolder ‘onder een dikke laag stof’. Justitie vermoedt dat de wapens zijn gebruikt bij liquidaties in de Amsterdamse onderwereld.
Dat schrijft De Telegraaf, die het dossier in handen heeft. Justitie onderzoekt de wapens op vingerafdrukken en doet schietproeven om te bekijken of de wapens daadwerkelijk bij liquidaties zijn gebruikt.
De wapens werden op zolder van een woning van Peter T. gevonden. Zijn naam komt al tien jaar voor in verschillende onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit. Er zijn onder meer telefoontaps van T. die belt met Jesse R., verdachte in het liquidatieproces Passage.
Troep van vroeger
In december werd T. opgepakt met broers Frank en Richard, en vier andere verdachten. Broers Peter en Frank worden gepakt als ze met twee andere mannen met wapens en coke in een auto langs de kant worden gezet. Uren later worden bij huiszoekingen in Loosdrecht zeventien kalasjnikovs, zes handvuurwapens en een modern Amerikaans aanvalsgeweer gevonden. In de woning wordt broer Richard opgepakt, hij woont op de bovenverdieping.
Peter T. zegt over de wapens die bij hem op zonder worden gevonden:
Ik vind wapens leuk. Ben mijn leven lang lid geweest van een schietvereniging, maar nu al zo’n acht, tien jaar niet meer. Mijn broer Richard moet niks van wapens weten, dat is een feestvarken, die maakt zich nergens druk om. Voor hem wordt gezorgd door mijn broer en ik. Franks hobby is ook wapens. Hij had een machtiging, maar die is ingetrokken omdat hij iemand mishandeld had. Als er wapens zijn gevonden moet het oude troep van mijn vader zijn geweest. Wapens waren ook een hobby van mijn vader, die ook lid was van een schietvereniging.
Frank verklaart tegenover de recherche dat hij ook van wapens houdt.
Twee jaar geleden is mijn vuurwapenmachtiging afgepakt omdat ik iemand een klap had gegeven in zijn buik omdat hij iemand met een glas sloeg. Ik mocht nog wel mijn beroep blijven uitoefenen (portier, red.) maar moest wel mijn wapenvergunning inleveren, terwijl ik die al twintig jaar had: een Colt, Barreta, twee Glocks en een oude G3.
(…)
Dat huis in Loosdrecht was altijd van mijn vader en moeder. Als broers hebben we dat met zijn drietjes gekocht nadat mijn moeder vorig jaar overleed. Mijn broer woont in zijn eigen deel, het bovenste deel van het huis waar mijn moeder vroeger woonde. Ik kom daar nooit.
Richard is volgens de recherche ‘zeer recalcitrant’ en ‘zeer kinderachtig’. Hij verklaart wel over de wapens:
Ze vonden allemaal oude dingen van mijn vader. Dingen van vroeger. Ik wist niet dat er wapens lagen. Ik wist wel dat er munitie boven lag, al twintig jaar, dat heb je met verzamelaars.
De advocaten van de mannen zeggen in De Telegraaf dat de wapens niet zijn gebruikt voor liquidaties. ‘Er zijn in het dossier ook geen andere aanwijzingen voor die suggestie, geen getuigen, geen taps, geen tekstberichten’, aldus advocaat Sanne Schuurmans. De wapens zouden onder een dikke laag stof hebben gelegen. ‘Als die bij liquidaties waren gebruikt, dan zouden ze toch wel zijn weggegooid?’