Zuid-Amerikanen 2,5 jaar de cel in om brand

Twee Colombianen (44 en 47 jaar) en een Dominicaanse man (41) zijn door de rechtbank in Den Bosch veroordeeld tot 2,5 jaar cel voor brandstichting in een boerderij met cocaïnewasserij. De oude woonboerderij op een industrieterrein in Son en Breugel vloog vorig jaar september in brand.

Verdacht

De politie voerde toen een controle uit op het industrieterrein Ekkersrijt vond dat de drie mannen zich verdacht gedroegen. Ze werden gesommeerd zich over te geven. In plaats daarvan snelden de mannen naar de garage en stichtten daar een brand die snel om zich heen greep. Ook daarna reageerden ze niet op het aanroepen door de politie en verscholen ze zich in het woongedeelte van de boerderij. Pas toen de vlammen oversloegen en de hele boerderij in brand stond, klommen ze uit een raampje en konden ze worden aangehouden.

Kortsluiting

Volgens de verdachten was er geen sprake van brandstichting, maar ontstond de brand door kortsluiting. De rechtbank doet dit verhaal af als onaannemelijk, gelet op de verklaringen van aanwezige agenten en het ontstaan van de zeer felle, hevige brand bij de plek waar de verdachten waren. Volgens de rechtbank staken de mannen de garage in brand om de aanwezigheid van de cocaïnewasserij te verbergen.

Vrijspraak

De officier van justitie verdacht de mannen van voorbereidingshandelingen van een drugsdelict en brandstichting waarbij ook levensgevaar zou zijn ontstaan voor de agenten. De rechtbank oordeelt dat de mannen weliswaar wisten van de cocaïnewasserij, maar dat er onvoldoende bewijs is wat hun rol hierbij was. Ook spreekt de rechtbank de verdachten gedeeltelijk vrij van de brandstichting. Volgens de rechtbankis er wel sprake van brandstichting met gevaar voor goederen, maar is er onvoldoende bewijs dat zij levensgevaar voor de agenten hebben veroorzaakt. De agenten hebben de steekvlam waarbij de brand is ontstaan gezien en zijn vervolgens op een veilige afstand gaan staan.

‘Criminele intenties’

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de mannen naar Nederland zijn gekomen met ‘criminele intenties’ en ze ‘Nederland sinds hun komst overlast en schade hebben berokkend, in het bijzonder de belangen van gemeente en de eigenaar van de boerderij.

Zie het vonnis.