Een medewerkster van het ministerie van Justitie heeft maandag in Utrecht onder ede verklaard dat zij nooit op verzoek van oud Justitie-topman Joris Demmink jonge jongens bij Haagse pooiers moest regelen. Dat hebben in 2013 twee oud-gevangenisdirecteuren in een notariële verklaring laten vastleggen. 

Door @Wim van de Pol

Dienstreis

De medewerkster zou zich tijdens een dienstreis naar Londen tegenover hen over Demmink's gedrag hebben beklaagd. Zij heeft inmiddels aangifte tegen de oud-gevangenisdirecteuren gedaan bij de politie. In 1992 organiseerde de medewerkster een groepsreis voor een aantal gevangenisdirecteuren naar Londen. Deelnemers waren onder meer oud-gevangenisdirecteuren Bart Molenkamp en Jacques van Huet. Vorig najaar kwam naar buiten dat zij recent hadden laten vastleggen dat de medewerkster zich zou hebben beklaagd over Demmink. Zij moest 'via de telefoon jonge jongens' voor hem regelen, zeiden de voormalige ambtenaren. 'Meestal tegen het weekend'.

Ede

Tijdens een voorlopig getuigenverhoor onder ede dat de Stichting De Roestige Spijker voor de rechtbank in Utrecht laat uitvoeren ontkende de vrouw onder ede dergelijke uitlatingen te hebben gedaan. Ze zei: 'Ik heb die uitlating niet gedaan. Ik vind het een vrij 'debiele' uitlating. Waarom zou ik zulke rare dingen gaan zeggen?'

Eén keer

De vrouw zei verder vanaf 1984 bij Justitie te hebben gewerkt en zeggen en schrijven één keer met Demmink te hebben getelefoneerd ('misschien een halve minuut') en dat zij misschien enkele keren op het departement met hem in dezelfde ruimte was geweest. Ze werkte nooit op dezelfde afdeling als Demmink. 

Smaad

Tegenover De Volkskrant, die het verhaal van de gevangenisdirecteuren naar buiten bracht, had de vrouw zich vorig jaar al er 'stomverbaasd' over getoond. Ze zei vandaag dat ze na publicatie van het verhaal aangifte wegens smaad en laster heeft gedaan bij de politie. 'ik beschouw dit toch als een soort van medeplichtigheid aan een ernstig zedendelict', zei ze.

Vermoedens

De medewerkster zei verder: 'Ik denk dat Van Huet en Molenkamp heel goed weten dat hun verhaal niet op waarheid berust. Dit verhaal bestond ook nog niet begin jaren negentig. Dit verhaal is later zo gemaakt. Het is niet eens een fictieve herinnering. Zij weten gewoon dat het niet zo is. Dit is een verhaal wat zij (…) in elkaar hebben gezet. (…) Ik weet niet met zekerheid welk motief de heren hierbij hebben gehad maar ik heb wel zo mijn vermoedens. Dat vermoeden houd ik voor mezelf.'

Pikant

Het verhoor onder ede van de medewerkster is bijzonder pikant omdat zij onder ede stond en meineed een ernstig misdrijf is. Het is onmogelijk dat zij én de gevangenisdirecteuren de waarheid spreken. Vrijdag moeten de twee gevangenisdirecteuren onder ede hun verhaal vertellen. Ten zij hun verklaring bij de notaris aflegden stonden zij niet onder ede.

Lees eerdere berichten over het voorlopig getuigenverhoor in de zaak: