Google stille getuige van moord

De zoekgeschiedenis van verdachten op internet speelt steeds vaker een rol in de bewijsvoering door het Openbaar Ministerie. Computerworld maakte een zoekslag door gepubliceerde uitspraken en concludeert dat de de zoeksporen van een verdachte het verschil kunnen maken tussen 15 jaar of 30 jaar cel.

Johannes Bijlsma, strafrechtgeleerde aan de VU, zegt: ‘De zoekgeschiedenis van een verdachte levert in al deze gevallen sterke bewijzen voor voorbedachte raad, namelijk het voornemen om een delict te begaan. Het gaat niet om concrete strafbare handelingen, maar het bewijst op overtuigende manier de intenties van de verdachte.’

‘Nekschot’

Voorbedachte rade speelde een rol in de strafzaak zonder lijk tegen Frans J. die vorig jaar tot 18 jaar celstraf werd veroordeeld voor moord op amateurfotograaf Henk Peters uit Doorwerth en voor het laten verdwijnen van het lijk. In eerste instantie was J. door de rechtbank vrijgesproken wegens gebrek aan direct bewijs. Het gerechtshof in hoger beroep onderstreepte het belang van belastende feiten en omstandigheden, zoals zoekopdrachten van J. als: ‘Walther PPK’, ‘Walther PPK onderhoud’, ‘nekschot’, ‘dood’ en ‘kogel door het hoofd’.

Na de verdwijning van het slachtoffer, wordt een Walther PPK met patronen aangetroffen in een ladeblok van de verdachte. De uitleg van J. dat hij ‘puur informatief’ bezig was vanuit een ‘brede interesse’ achtte het hof niet overtuigend. Voor doodslag had J. waarschijnlijk 10 of 12 jaar cel gekregen.

Debora R.

Officieren van justitie verzamelen en delen jurisprudentie waarin dergelijk specifieke vormen van digitaal bewijs doorslaggevend blijkt, zegt Evert Boerstra, voorlichter van het parket-generaal van het Openbaar Ministerie (OM). Vaststellen van zoek en surfgegevens gebeurt vaak: ‘Het hangt af van het delict en per zaak wordt bekeken wat wel en niet relevant is’.

Op 5 februari van dit jaar is Debora R. veroordeeld voor de moord op haar twee zoons. ‘De verdachte heeft opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg haar beide zoons een hoeveelheid medicijnen, waaronder diazepam en tramadol, toegediend, gegeven of laten innemen, tengevolge waarvan beide jongens zijn overleden,’ aldus de rechtbank Zutphen.

De rechters concludeerden dat sprake was van voorbedachte raad en geen opwelling op basis van een aantal zoekacties op internet, een half uur voor de moord, onder meer naar ‘overdosis tramadol met diazepam dodelijk’. ‘De verdachte heeft op 16 januari 2012 tussen ongeveer 14:10 en 14:40 uur via Google gericht gezocht naar informatie over zelfdoding door middel van een overdosis medicijnen van soorten medicijnen die aan haarzelf waren voorgeschreven en die zijzelf gebruikte. Uit de voorhanden bewijsmiddelen waaronder de verklaring van de verdachte zelf komt naar voren dat [zoon A] en [zoon B] omstreeks 15:20-15:30 uur thuiskwamen van school. Daarna hebben de verdachte en haar kinderen de medicijnen ingenomen. Voor de verdachte is er voldoende gelegenheid geweest om over de betekenis en de gevolgen van haar kennelijk voorgenomen handelen na te denken en zich daarvan rekenschap te geven. De rechtbank concludeert dat dit handelen dus met voorbedachten rade heeft plaatsgevonden.’

’turks+man+dood+zijn+vrouw’

Zoeken op internet gebeurt bewust en vaak methodisch, alleen, en in de veronderstelling van privacy. En dus is het berekenend gedrag, en geschikt om mee aan te tonen dat iemand van te voren met de planning van de moord bezig was. ‘Er is in de meeste gevallen simpelweg geen andere verklaring voor’, zegt strafrechtdeskundige Bijlsma.

Op 13 december 2012 veroordeelde de rechtbank Rotterdam een man voor moord op zijn vrouw. ‘In de opgeslagen internetgeschiedenis van de Internet Explorer op de laptop van de verdachte is na onderzoek door de politie een groot aantal ingevoerde zoektermen aangetroffen’, constateerde rechtbank. De verdachte had gezocht op termen als ‘browning hi-power’, ‘glock 26’, ‘straf bij moord op je vrouw’ en ’turks+man+dood+zijn+vrouw’. Het vonnis luidde 18 jaar gevangenisstraf voor moord. Bij doodslag was dit waarschijnlijk rond de 10 jaar geweest.

Logfiles 

Politie en justitie hebben verschillende manieren om aan zoeklogs te komen. Ten eerste bij Google zelf, al blijkt het aantal vorderingen bij de zoekmachine door Nederlandse instanties klein. Verder kunnen opsporingsdiensten terecht bij de internetproviders, die van alle klanten de bezochte websites zes maanden lang bewaren. Zoektermen bevat die informatie echter niet. Alleenmet een internettap kunnen die worden onderschept met een internettap.

Na een zwaar misdrijf pluist de recherche altijd de computer en telefoon van de verdachten uit. Ook weggegooidedata op een harde schijf komen snel weer naar boven. Daar zijn speciale programma’s voor zoals Tracks Inspector en TraceMiners.

Andere uitspraak:

2 maart 2009, Hof Den Bosch