Medeverdachte Martha vervolgd voor wapenhandel

De recherche van Amsterdam blijkt begin mei Inchomar B. (29) te hebben aangehouden op verdenking van wapen- en drugshandel. Dat heeft zijn advocaat aan Crimesite bevestigd. B. overleefde bijna twee jaar geleden een liquidatie. Hij stond bekend als een nauw contact van de vorig jaar vermoorde Gwenette Martha.


Door @Wim van de Pol

B. is op 8 mei samen met twee familieleden aangehouden toen hij in de auto op weg was vertrokken uit Amsterdam in de richting van Nijmegen. In de auto werden een kleine pond heroïne en een plak hasj gevonden. Bij zes doorzoekingen op verschillende adressen in Amsterdam zijn een Skorpion pistoolmitrailleur, een Glock 30-pistool, een Ruger-pistool en munitie aangetroffen.

Aanleiding

Het onderzoek naar B. is volgens het dossier begonnen op 31 oktober vorig jaar, maar niet duidelijk is wat de aanleiding hiervoor was. Advocaat Patrick Rombouts: ‘Uit het dossier blijkt dat de recherche hem voortdurend op de huid heeft gezeten, zonder dat verantwoording wordt afgelegd over het hoe en waarom. Het is maar zeer de vraag of daarbij de steeds de voorschriften in acht zijn genomen. Dat zullen we diepgaand gaan onderzoeken.’

Versluierd

De recherche luisterde een half jaar lang de telefoons van B. en enkele van zijn contacten af. Volgens de officier van justitie komt in de gesprekken voortdurend ‘versluierd taalgebruik’ voor dat zou wijzen op handel in wapens en drugs. Woorden als ‘ding’, ‘dingen’, ‘handdingen’, ‘horloge’ of ‘auto’ zijn volgens de politie uitdrukkingen voor wapens. ‘Scor’ staat voor Skorpion, ‘baby’ voor “baby-UZI”, ‘rolie’ voor revolver. B. wordt ervan verdacht een aantal G’s (Glocks) te hebben verkocht. ‘Kleine dingen’, ‘stenen’, en ‘pitten’ staan volgens de politie voor munitie terwijl ‘huisnummer 735’ en ‘vier vijf’ respectievelijk kaliber 7.35 en 0.45 aanduidden. In de woorden ’huissleutel’ en ‘aardappelschotel’ ligt de betekenis van drugs, aldus de politie. Met aardappelschotel zou een blok drugs worden bedoeld ‘waar je in het midden moet snijden’.

‘Geen wapenhandel’

B. heeft erkend dat hij twee wapens voorhanden had. Een Skorpion heeft hij bij zijn neef ‘weggelegd in de kast’. De persoon van wie het wapen was is volgens B. inmiddels overleden. Hij wil niet vertellen wie dat was. De Ruger die bij zijn zus werd gevonden is van hem persoonlijk, zo heeft hij bekend. Patrick Rombouts zegt dat B. dan wel wapenbezit heeft erkend, maar dat wapenhandel helemaal niet zo duidelijk blijkt uit het dossier. Rombouts: ‘Rondom de tapgespreken spelen allerlei vragen. Zo blijkt uit het dossier niet dat B. mocht worden afgeluisterd, maar het is bovendien de vraag of hij in alle gevallen de gespreksdeelnemer was. Daar komt bij dat er steeds flarden uit gesprekken zijn weergegeven, die veelal uit hun context gehaald zijn. Het is dus helemaal niet zo duidelijk dat het om wapenhandel zou gaan, zoals het Openbaar Ministerie beweert.’

Gegijzeld

B. werd samen met Gwenette Martha verdacht van het voorbereiden van een aanslag, in de zomer van 2013 werd hij op vrije voeten gesteld (en later vrijgesproken). In augustus van dat jaar werd hij in Amsterdam-Nieuw Sloten op straat beschoten met een automatisch wapen, waarbij hij ernstig gewond raakte. Hij ontsloeg zichzelf voortijdig uit het ziekenhuis. Deze week zocht de politie naar wapens die zouden zijn gebruikt bij die aanslag. In 2014 werd B. op last van de rechter-commissaris ruim twee maanden gegijzeld nadat hij weigerde ook maar iets over de aanslag te vertellen. De rechtbank besloot uiteindelijk dat langer vasthouden kennelijk geen zin had. Rombouts: ‘Het lijkt erop alsof justitie cliënt niet met rust wil laten. Als ik met hem afspreek wordt hij onderweg naar kantoor soms meerdere malen aangehouden. Als er zo intensief op iemand wordt gerechercheerd, dan is de opbrengst zoals uiteindelijk in dit dossier is terechtgekomen toch wel zeer mager te noemen.’

Op 19 augustus komt de zaak tegen B. voor bij de rechtbank in Amsterdam.