‘DEA verleidde drugshandelaar via internet’

In een onderzoek naar de 44-jarige Nederlander Marc W., die zich zou bezighouden met internationale drugshandel, hebben Amerikaanse agenten van de Drugs Enforcement Agency (DEA) naar eigen zeggen niet onrechtmatig gehandeld. Dat bleek woensdag tijdens een kort geding in de rechtbank in Den Haag, meldt De Telegraaf. De advocaat van W. wil uitlevering voorkomen omdat de DEA zich niet aan de regels zou hebben gehouden.

De 44-jarige Marc W. wordt verdacht van internationale drugshandel. Hij zou onder meer lsd en wiet hebben verkocht aan DEA-agenten die zich voordeden als geïnteresseerde kopers.

Toestemming

Volgens Bart Stapert, advocaat van W., had de DEA bij de Nederlandse autoriteiten moeten melden dat ze een onderzoek waren gestart en dat ze toestemming wilden voor de actie. Dat hebben ze niet gedaan en daarom is de verkregen informatie volgens Stapert onrechtmatig, schrijft De Telegraaf.

Internet

W. had een kort geding aangespannen tegen de uitlevering aan de VS. De landsadvocaat, Ten Broeke, zei woensdag tijdens dat kort geding in Den Haag dat de DEA W. heeft benaderd via het internet, dus dat ze niet op Nederlands grondgebied zijn geweest. Toestemming was dus niet nodig volgens hen.

Nederlander

Volgens Ten Broeke verliep het contact ook met een internationaal opererende firma met een Amerikaan als contactpersoon.  Stapert zegt dat de DEA wist dat ze met een Nederlander te maken hadden. Er zaten Nederlandse postzegels op de enveloppen en de afzender was een Nederlander. Toch oordeelde de rechtbank Zwolle-Lelystad in 2012 dat Willems mocht worden uitgeleverd, aldus De Telegraaf.

Over twee zal blijken of hier volgens de rechtbank in Den Haag sprake is geweest van uitlokking door de DEA op Nederlands grondgebied.