OM wil cel en tbs voor hack-scholier

Het Openbaar Ministerie heeft donderdag voor de rechtbank van Rotterdam 137 dagen gevangenisstraf en tbs met voorwaarden geëist tegen de 19-jarige Rotterdammer Jair M. die wordt verdacht van het hacken van ruim 2.000 computers. Hij werd na een wereldwijde klopjacht aangehouden. Tussen december 2010 en oktober 2013 verspreidde hij malware waarmee hij computers kon overnemen. Hij zou bestanden op de gehackte computers hebben gedownload, vernietigd en verspreid en hij nam webcams over.

Kinderporno

In totaal verzamelde hij ruim 40 miljoen afbeeldingen en video's. Omdat op een deel daarvan tieners in seksuele poses te zien zijn, wordt ook bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal tenlastegelegd.Hij zou vele willekeurige slachtoffers hebben begluurd, hij zou hen ook bewust schade hebben toegebracht. Hij deed zich voor te doen als de gehackte personen, of wiste hun bestanden of te verspreidde ze. Aanleiding voor het onderzoek waren drie aangiftes, van gehackte social media accounts en een computer. Een minderjarig meisje deed aangifte nadat op haar Facebook account een seksueel getint filmpje werd geplaatst dat was gemaakt met haar webcam. 

Examens

De 19-jarige Rotterdammer zou ook verantwoordelijk zijn voor het online plaatsen van het uitgelekte VWO-eindexamen Frans, via een gehackte computer. De eigenaar van die computer werd daardoor ten onrechte beschuldigd. Op een andere computer werden bijvoorbeeld schoolbestanden gewijzigd en een scriptie verwijderd. De grootschalige hack had niet alleen gevolgen voor individuele benadeelden. Toen na de aanhouding van de verdachte bekend werd dat op grote schaal computers waren gehackt, werd met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) gewerkt aan een oplossing voor de besmette computers.

Minderjarig

Op basis van psychologisch onderzoek naar de persoonlijkheid van M. werd door deskundigen geadviseerd om een tbs-maatregel op te leggen. Hij hoeft daarbij niet in een kliniek hoeft te verblijven, maar moet wel lang behandeld worden. M. was tijdens een deel van de tenlastegelegde feiten minderjarig, daarom was de zaak aangebracht voor de jeugdrechter. Aan de jeugdrechter werd een dagvaarding voorgelegd waarop een klein aantal feiten stond die de verdachte op minderjarige leeftijd zou hebben gepleegd, en een groot aantal feiten waarvan hij als meerderjarige wordt verdacht. Het OM heeft één straf geëist en gevraagd om de verdachte als meerderjarige te berechten. Omdat het gaat om een doorlopende reeks van feiten, met een volwassen karakter, de verdachte tijdens het grootste deel daarvan meerderjarig was en bovendien reeds was gewaarschuwd door een eerder opgelegde werkstraf voor vergelijkbare feiten, was er volgens het OM geen reden om te komen tot een aparte eis volgens het minderjarigenstrafrecht.