Oud-topambtenaar Joris Demmink was wel degelijk verdachte in een onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen. Dat verklaarde oud-politieman Emile Broersma vandaag voor de Utrechtse rechtbank. Broersma was commandant van een observatieteam van de Centrale Recherche Informatiedienst en kreeg de opdracht Demmink te observeren.

Door @Vincent Verweij – verslaggever

Demmink was verdachte, samen met de toenmalige hoofdofficieren van justitie Jan-Wolter Wabeke, Hans Holthuis en Henk Wooldrik, aldus de getuige. Het onderzoek werd al na enkele dagen stuk gemaakt, omdat de korpschef van het KLPD, Joop de Wijs, informatie erover lekte naar Hans Holthuis. De verklaring van Broersma ondersteunt die van een andere politieman, Leen de Koter, die eerder werd gehoord.

Beroepsgeheim

Broersma wilde aanvankelijk op geen enkele vraag van de rechter-commissaris antwoord geven omdat hij zich op zijn beroepsgeheim beriep.  De rechter-commissaris schorste enkele malen de zitting en besloot toen dat Broersma toch moest antwoorden en man en paard moest noemen. Vervolgens verklaarde Broersma wie de verdachten waren in het onderzoek en wat de verdenking was.

Demmink werd verdacht van ‘georganiseerd misbruik van kinderen’ verklaarde Broersma. Binnen enkele dagen werd het onderzoek stop gezet omdat het was uitgelekt naar de verdachte Holthuis.

Opstelten

Politiek gezien is de verklaring van Broersma uiterst gevoelig omdat Minister Opstelten van Justitie altijd heeft ontkend dat Demmink verdachte was in het Rolodex-onderzoek naar misbruik door hoge justitie ambtenaren. Onlangs stuurde Opstelten nog een brief naar de Tweede Kamer waarin dat werd beweerd.