Van botersmokkel naar België tot xtc naar Australië
Aan de Belgische kust geniet een legendarisch smokkelaar van zijn oude dag. Sjef Faas (84) was slim genoeg om het tot een rustig pensioen te brengen, iets dat grotere criminelen vaak niet lukt. Hij bracht wel een aantal jaartjes binnen door. Maar anders dan anderen kan hij het allemaal navertellen. Zelfs zijn avonturen met Klaas Bruinsma en Sreten Jocic.
Kroegje
In een boek, van journalist Joost van der Wegen, staat het lange criminele levensverhaal van Sjef Faas opgetekend: Boter, hasj en pillen.
Faas was als 18-jarige net begonnen als leerling mee te varen met een binnenvaartschipper toen zijn ouders in 1959 een kroegje openden aan de Zeeuws-Vlaamse grens met België. Dat café werd al snel een aanlegplaats voor smokkelaars waar Sjef allerlei lucratieve kleine klusjes kon krijgen. Aantrekkelijker klusjes dan op de binnenvaart.
Rijden voor botersmokkelaars naar België bijvoorbeeld, die kwamen altijd chauffeurs tekort. Eerst lege auto’s terugrijden, daarna ook auto’s met handel naar België.
Halsbrekende toeren
Het is in deze tijden van de Europese Unie moeilijk voor te stellen. In de jaren vijftig en zestig was er nog geen EU en grenzen waren heel belangrijk. Nederland subsidieerde de zuivelboeren zwaar op de boterprijs en België had daarom fikse importheffing op de Nederlandse boter ingevoerd.
Die prijsverschillen leidden tot onvoorstelbare taferelen op de kleine weggetjes tussen Nederland en België. Er werd volop met scherp geschoten door de douaniers en de boterrijders haalden halsbrekende toeren uit, strooiden kraaienpoten op de weg en reden dwars door wegversperringen heen.
Oostblok
Faas werd fulltime crimineel en ontwikkelde zich tot een logistiek expert. Toen de Europese Gemeenschap de boterprijzen gelijk trok, stapte Faas over op handel in illegale Amerikaanse sigaretten die zonder accijns waren ingevoerd.
Hij kocht die sigaretten in het Oostblok, van achter het IJzeren Gordijn, in Oost-Duitsland en Polen, en haalde ze op met zeeschepen. De staatsfirma’s in die landen werkten volledig mee aan de vervalsing van de papieren.
Bruinsma
Daarna kwam Faas terecht in Libanon en werd hij een van de oervaders van de hasjimport in Nederland, ook weer op basis van zijn kennis in het transport. Hij was een van de grote bevoorraders van Klaas Bruinsma, en later leverde hij aan Heinekenontvoerder Cor van Hout, die na zijn vrijlating in de drugs was gegaan.
In de hasjsmokkel ging het niet altijd goed. Nadat in Engeland een paar duizend kilo in beslag was genomen, kreeg Faas ten onrechte de schuld van de mislukking. De beruchte Amsterdamse Serviër Sreten “Jotsa” Jocic legde hem een criminele boete op van een miljoen, en bedreigde Faas met de dood. Faas gaf geen krimp.
Een ontmoeting van Faas met Jocic en “Sergio” Miranovic (doodgeschoten in 2006) leverde alleen maar nieuwe bedreigingen op. Hij kan pas opgelucht ademhalen als Jocic in 2002 in Bulgarije wordt opgepakt, en uiteindelijk naar Servië wordt uitgeleverd.
Elf miljoen
Bij de drugstransporten ging het Faas meestal wel voor de wind, behalve dat hij toch tegen twee flinke veroordelingen aanliep. In 1997 veroordeelde de Middelburgse rechtbank hem voor een aantal indrukwekkende hasjtransporten tot
zes jaar cel. En in 2005 kreeg hij zeven jaar in een grote xtc-zaak over transporten naar Australië. Dat werd in hoger beroep bij gesteld naar 4,5 jaar.
Faas was toen eigenlijk wel aan zijn pensioen toe.
In het hasjdossier in Middelburg had de recherche becijferd dat hij zo’n elf miljoen gulden in Zwitserland had weggestoken. Faas kon daar een aantal jaren niet bij komen. Toen hij dat wel kon waren er inmiddels een paar miljoen bijgegroeid.
En zo geniet de oude botersmokkelaar Faas in Knokke-Heist van een riante oude dag.